Binnenland

Wortel schieten in de gymzaal

Onvervuild zeewater bevat allerlei soorten deeltjes. Strontiumion is er een van. Havisten kwamen het onmogelijke woord woensdag tegen in de eerste vraag van hun examen scheikunde. Calvijn-docent J. van Kooten: „Ik noem het altijd een keer in de les, omdat het zo lekker klinkt.”

Evert van Dijkhuizen
2 June 2005 09:38Gewijzigd op 14 November 2020 02:36

Het examenrooster vermeldde woensdagochtend drama voor het vmbo, maatschappijleer voor het havo en tekenen/handenarbeid voor het vwo. Op het Calvijn College in Goes werden ze geen van drieën afgenomen. De middagexamens wel.

Havisten deden scheikunde. Niet moeilijk, wel veel, was de algemene reactie. „Op de helft van de tijd was ik nog niet op de helft van de opgaven”, zegt Leijn de Visser bezorgd. Bij vraag 3 moesten de leerlingen veel rekenen met behulp van gegevens uit het Binas-boekje. Docent Van Kooten schat het totale aandeel rekenwerk op 20 procent. „Dat is netjes bij scheikunde.” Hij verwacht dat zijn leerlingen „gemiddeld op een 6,5” uitkomen. „Het was doorwerken, maar ik zag weinig rode oortjes.”

Vmbo’ers deden woensdagmiddag biologie. Anneleen Schrier vond het moeilijk. „Ik had het goed geleerd.” Het menselijk oog (de vragen 19 tot en met 23) behoorde volgens haar niet tot de examenstof. Of ze gaat klagen bij het LAKS? „Ik heb vakantie en doe niks meer.”

Het is een zeldzame klacht, maar Arjanne Molenaar vond het bio-examen te kort. „Ik was binnen een uur klaar. We moesten twaalf hoofdstukken leren; de vragen gingen over lang niet alle hoofdstukken.” Wat ze liever had gewild? „Makkelijker vragen en dan een paar meer, uit alle hoofdstukken. Nu was het jammer van al het leren.”

Bastiaan Gunst struikelde over vraag 26: Noem een indicator voor koolstofdioxide. „Dat stond echt niet in het boek.” Zijn biologieleraar A. A. Bastiaanse bevestigt dat. „Ik heb me over die vraag verbaasd. Indicatoren bespreken we al jaren niet meer bij biologie. Leerlingen met scheikunde in hun pakket wisten wellicht het antwoord, maar ik ga hierover een berichtje sturen naar de examenmakers.”

Veel vragen over de menselijke anatomie, weinig over ecologie en milieu, signaleert Bastiaanse. „Bij het havo-examen biologie was het juist andersom. Leerlingen moesten dit keer veel tabellen en grafieken lezen en veel rekenen. Voor leerlingen die het van het leren moeten hebben, is dat best lastig.” Verder is de Calvijn-docent tevreden. „Heldere vragen en een goed niveau.” Citaat uit het examen: „Niet iedereen wordt even lang. Hoe lang je wordt, hangt onder andere af van je erfelijke aanleg. Vraag 15: Noem nog een andere factor waar het van af hangt hoe lang je wordt.”

Surveillant P. van Schaik ondergaat de examens op het Calvijn met gemengde gevoelens. Normaal geeft hij gym, maar zijn werkterrein, de gymzaal, is al bijna twee weken bezet. „Ik sta wortel te schieten. Gelukkig hebben we vrijdag sportdag. Dan kunnen we weer lekker aan de slag.” Vmbo’er David van der Graaf laat Van Schaik een papier zien. ”Koffie met suiker” staat erop. „Waarom kreeg ik geen koffie?” wil hij weten. Van Schaik moet het antwoord schuldig blijven. David: „Ik zal het er voortaan nog groter op zetten.”

Het vwo deed woensdagmiddag management en organisatie (m&o), een soort bedrijfskunde. Harry van der Weijde en Bert Maljaars reageren een beetje tam. „Tja, m&o. In het begin lijkt het een leuk vak, maar als je ermee bezig bent, valt het tegen. Het is best wel saai”, vindt Harry. Hij haast zich: „Dat ligt niet aan de docent. Die probeert het heel gedreven te brengen.” Bert: „De dingen waar je echt wat aan hebt, leer je ook bij economie.” Niettemin hebben de Zeeuwse mannenbroeders het examen „wel aardig” gemaakt.

Harry gaat na de zomervakantie studeren aan de Roosevelt Academy in Middelburg, sinds vorig jaar een vestiging van de Universiteit Utrecht. „Ik ga economie én piano doen.” Voor die laatste opleiding moet Harry nog toelatingsexamen doen. Alleen piano is hem te riskant. „Er zijn mensen met een conservatoriumdiploma op zak die allerlei vage baantjes hebben. Dat wil ik niet.” Bert gaat bouwtechniek studeren aan de Technische Universiteit in Eindhoven.

Docent S. Boogaard vindt het examen m&o „zeker niet te moeilijk. Gelukkig meer vakinhoudelijke vragen dan bij het havo-examen m&o. Er stonden zelfs enkele weetvraagjes in die je eerder bij het havo zou verwachten.” Bekende begrippen bij m&o zijn solvabiliteit en cashflow. Boogaard: „Ze werden getoetst aan de hand van een voorbeeld over voetbal in Italië. Dat was voor mij niet nodig geweest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer