Bloedige maand in Irak
Irak heeft een van de bloedigste maanden achter de rug sinds de Amerikaanse invasie in maart 2003. Volgens Iraakse statistieken kwamen in het land de afgelopen maand 672 Irakezen door geweld om het leven. In totaal werden 33 autobomaanslagen en 17 aanslagen met zelfgemaakte explosieven gepleegd en waren er 30 gewapende aanvallen.
Donderdagochtend kwamen zeker acht mensen om het leven door een aanslag met een autobom in Tuz Khurmaty, ten noorden van de hoofdstad Bagdad. Ten minste 22 mensen raakten gewond, meldde de politie in de stad. De autobom ontplofte om 08.00 uur voor restaurant Bagdad in het centrum. Het eethuis werd totaal verwoest. Toen de bom ontplofte, zaten de bewakers van de Koerdische vice-premier Roj Shaways in het restaurant te eten. Zeker een van hen werd gedood.
In de maand mei steeg het dodental met 19 procent ten opzichte van de maand ervoor. In april was ook al een scherpe toename (48 procent) van het aantal slachtoffers te zien. Toen kwamen 567 Irakezen door aanslagen om het leven. De nieuwe golf van geweld volgt op de inauguratie begin mei van de eerste democratisch gekozen Iraakse regering na het regime van Saddam Hussein.
Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn in mei 150 regeringsfunctionarissen vermoord. In april waren dat er 98. Het ministerie van Defensie meldde dat in mei 88 Iraakse militairen zijn gedood.
De maand juni kende meteen al een bloedig begin. Vier mensen, onder wie drie kinderen, kwamen woensdag in Bagdad om het leven toen hun woonwijk werd getroffen door een mortiergranaat.
In de ochtend blies een zelfmoordenaar zich met zijn auto op bij een van de ingangen van de internationale luchthaven van Bagdad. Ten minste vijftien mensen raakten gewond. Onder hen zijn geen Amerikaanse militairen. De ingang werd vooral gebruikt door burgers en Irakezen die op de basis werken.
In het noorden van Irak zetten opstandelingen in de strijd tegen de autoriteiten een vermoedelijk nieuw wapen in: vergiftigde watermeloenen. Het eten van zo’n vrucht werd zeker één Iraakse soldaat fataal. Negen anderen liggen in kritieke toestand in ziekenhuizen. Een straatverkoper had hun bij wegblokkades vergiftigde meloenen aangeboden.
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties stemde dinsdagnacht in met verlenging van het mandaat van de internationale troepenmacht onder leiding van de Verenigde Staten in Irak. In de verklaring prijzen de leden van de Veiligheidsraad de vorderingen die zijn gemaakt bij het rekruteren, opleiden en uitrusten van Iraakse veiligheidstroepen. Zij zeggen te hopen dat die troepen een steeds grotere rol gaan spelen in de veiligheid en uiteindelijk de verantwoordelijkheid daarvoor volledig overnemen.
De internationale troepenmacht wordt binnenkort uitgebreid met een groep Bosniërs. Een Bosnische legereenheid van Kroaten, Serviërs en moslims vertrok woensdag naar Irak. De Bosniërs gaan het Amerikaanse leger helpen bij het onschadelijk maken van explosieven. De 36 militairen worden bij het opstandige Fallujah, in het westen van Irak, gestationeerd. Het is tot dusver de enige Bosnische legereenheid met een multi-etnische samenstelling.
Bosnische leiders uitten de hoop dat de inzet van de militairen het imago van de jonge staat kan veranderen, van een land dat afhankelijk is van een internationale vredesmacht tot een land dat bijdraagt aan de mondiale veiligheid. De vertrekceremonie op het vliegveld van Sarajevo werd bijgewoond door leden van het presidentiële driemanschap van Bosnië-Herzegovina, buitenlandse diplomaten en de Amerikaanse commandant van NAVO-troepen in het land.
Tijdens de burgeroorlog in de voormalige Joegoslavische republiek (1992-1995) zaaiden de bevolkingsgroepen dood en verderf onder elkaar. Sinds het Verdrag van Dayton is het land verdeeld. Ook hebben de Kroaten, Serviërs en moslims hun eigen legereenheden.
Het enthousiasme om in Irak gezamenlijk op te trekken, heeft mogelijk vooral een financiële reden. De uitgezonden militairen krijgen ieder 3160 dollar per maand, ongeveer tien keer zo veel als ze normaal zouden verdienen.
Zeker vijftien Irakezen raakten woensdag gewond bij een zelfmoordaanslag op de belangrijkste controlepost bij de luchthaven van de hoofdstad Bagdad. De politie zei dat de dader een bomauto liet ontploffen bij de post, die zich aan het eind van 16 kilometer snelweg naar de luchthaven bevindt. De weg heet in de volksmond Straat van de dood, omdat er zo veel aanslagen worden gepleegd.
Op internet verscheen een verklaring waarin namens al-Qaida in Irak de verantwoordelijkheid wordt opgeëist voor de aanslag. Nadat de bomauto was ontploft, namen opstandelingen militairen die de post bemannen onder vuur. Daarbij vielen geen gewonden.
Het Amerikaanse leger maakte bekend dat bij afzonderlijke invallen sinds zondag vier gezochte terroristen zijn opgepakt, onder wie een voormalig lid van de geheime dienst van Saddam Hussein. Deze werd ervan verdacht terreurgroepen in Ghazaliyah, een westelijke wijk van Bagdad, te financieren. Ook zou hij als cameraman voor een terreurgroep aanvallen op coalitietroepen hebben gefilmd.
De straffen die twee Britse militairen opgelegd hadden gekregen voor het mishandeling van burgers in Irak, zijn door het leger verlaagd. Dat heeft het Britse ministerie van Defensie woensdag bekendgemaakt. De straf van onderkorporaal Mark Cooley werd omgezet van 24 naar 18 maanden en die van soldaat Gary Bartlam van 18 naar 12 maanden. Een derde militair, korporaal Daniel Kenyon, kwam niet voor strafvermindering in aanmerking.
De drie werden veroordeeld wegens mishandeling van burgers die in het zuiden van Irak zouden hebben geplunderd. Een van de Irakezen werd met behulp van een vorkheftruck door Cooley opgehesen. Bartlam maakte foto’s van de mishandelingen. Kenyon was eveneens bij de mishandelingen betrokken en verzaakte de wantoestanden bij zijn superieuren te melden.