Leerlingen mbo voelen zich veiliger
Ongeveer 85 procent van de leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) voelt zich veilig op school. Twee jaar geleden was dat nog 70 procent.
Dat blijkt een tevredenheidsonderzoek van de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB) onder ruim 135.000 mbo-studenten, verspreid over 46 regionale en agrarische opleidingscentra (roc’s en aoc’s) en andere vakopleidingen. Het onderzoek werd voor de derde keer uitgevoerd. De resultaten zijn vanmiddag aan staatssecretaris Rutte van Onderwijs overhandigd.
Ruim 90 procent van de mbo’ers zegt nauwelijks last te hebben van pesten, geweld, (seksuele) intimidatie of drugsgebruik op school. Circa 80 procent geeft zelfs aan daar nooit meer te maken te hebben gehad.
Het aantal mbo’ers dat veel hinder ondervond door discriminatie nam de afgelopen twee jaar af van 11 naar 6 procent. Het aantal leerlingen bij wie op school veel diefstallen gepleegd worden, slonk van 16 naar 6 procent.
De positievere uitslag hoeft volgens het JOB niet te betekenen dat de scholen werkelijk veiliger zijn geworden. Het kan zijn dat leerlingen aan onveiligheid wennen en meer accepteren.
Net als in 2003 geven de studenten hun opleiding gemiddeld een 6,7 als rapportcijfer. Een kwart van alle mbo’ers zou echter, als ze nu zou mogen kiezen, niet de keus op hun huidige school laten vallen.
Een op de vijf studenten heeft grote moeite om een stageplek te vinden. Vooral allochtonen ondervinden daar problemen mee.
Er heerst nogal wat ontevredenheid over de voorlichting over bijvoorbeeld de inhoud van het lesprogramma en de doorstroommogelijkheden naar het hoger beroepsonderwijs. Bijna 40 procent van de studenten stelt niet duidelijk te weten wat ze na het middelbaar beroepsonderwijs kunnen gaan doen.
Bestuursvoorzitters van roc’s pleitten vanmiddag in het rapport ”Voorbij het regionale arrangement”, dat eveneens aan staatssecretaris Rutte werd aangeboden, voor doorlopende leerwegen, zodat leerlingen geen drempel tussen vmbo en mbo en tussen mbo en hbo ervaren. Hierdoor zal naar verwachting het aantal voortijdige schoolverlaters afnemen.