Hoedt en zijn Britse collega Paul Foreman werden respectievelijk woensdag en dinsdag aangehouden. Zij kwamen later op borgtocht vrij en mogen de Sudanese hoofdstad Khartoem niet verlaten. Sudan is het niet eens met het kritische AzG-rapport over stelselmatige verkrachtingen in Darfur.

De arrestaties van de Britse leider van het Nederlandse AzG-team en Hoedt (coördinator voor Darfur) kunnen volgens Bot niet door de beugel. Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat de Nederlandse ambassadeur in Sudan pleit voor de vrijlating van Hoedt.

De hoge commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties, Louise Arbour, de speciale VN-gezant voor Sudan, Jan Pronk, en de Verenigde Staten hebben de aanhoudingen eerder al veroordeeld. Behalve Nederland gaan ook andere EU-landen, zoals Groot-Brittannië, Sudan op het matje roepen.

Hoedt, sinds negen jaar actief voor AzG, werd woensdag gearresteerd in de stad Nyala in Darfur. Hij werd overgevlogen naar Khartoem en kwam na verhoor op borgtocht vrij. Hoedt moest zich vandaag om 11.00 uur (lokale tijd) melden bij de nationale veiligheidsdienst in Sudan. „Daar krijg ik waarschijnlijk te horen welke aanklacht ze tegen me indienen”, zei de hulpverlener vanmorgen. „Waarschijnlijk wordt het net zo’n vaag verhaal als mijn collega woensdag al te horen kreeg. Tegen hem hebben ze gezegd dat hij onjuiste informatie heeft verspreid en dat hij de staatsorde heeft verstoord.”

Eerst heeft Hoedt nog een gesprek met de Nederlandse ambassadeur. De AzG-medewerker is zeer te spreken over de inspanningen van de internationale gemeenschap en Nederland voor zijn zaak. „De ambassade en de VN zijn erg ondersteunend en dat vind ik erg sympathiek”, zei Hoedt, die verwacht dat hij voorlopig in Khartoem moet blijven.

Ook de Verenigde Naties zijn verontrust over de arrestatie in Sudan van twee coördinatoren van de Nederlandse hulporganisatie Artsen zonder Grenzen (AzG). Toch is het niet de eerste keer dat het Sudanese regime hulpverleners dwarsboomt. In december 2004 zat een missie van de Nederlandse organisatie Stichting Vluchteling vijf dagen in de cel. De Sudanese autoriteiten beschuldigden de zes Nederlanders, onder wie vier journalisten, van onder meer spionage en eisten de doodstraf. Dat maakte de Stichting Vluchteling woensdag bekend.

„We hebben het tot nu toe buiten de media gehouden omdat we bang waren voor een boemerangeffect. Als we het in de publiciteit zouden brengen, kwamen zowel de lokale bevolking als de hulpverleners in gevaar”, aldus Tineke Ceelen, directeur van de Stichting Vluchteling. Zij was een van de zes Nederlanders. Door tussenkomst van de Nederlandse ambassade lieten de Sudanezen de zes gaan.

De stichting heeft het voorval van december wereldkundig gemaakt nu twee medewerkers van Artsen zonder Grenzen in Darfur zijn opgepakt.

De machthebbers in de Sudanese hoofdstad spreken tegen dat er verkrachtingen plaatsvinden. Maar volgens Arbour en Pronk is in het gebied seksueel geweld aan de orde van de dag. Arbour benadrukte dat AzG „niets meer heeft gedaan dan deze verschrikkelijke misdaden te melden en er de broodnodige aandacht voor te vragen.”

De Sudanese justitie wil bewijzen zien voor de beschuldigingen. AzG is echter niet van plan gegevens over de ondervraagde vrouwen te overhandigen om ze niet in gevaar te brengen.

Artsen zonder Grenzen noemt de situatie in Darfur uitzonderlijk. „We maken natuurlijk wel eens wat mee, maar we proberen waar ook ter wereld volgens de lokale regels te werken en met toestemming van de autoriteiten”, zegt een woordvoerster van AzG. „We doen ons werk en hebben niets te verbergen.”