Kleine meerderheid EU voor kernenergie
In de EU zegt een minieme meerderheid van 50,5 procent voorstander te zijn van kernenergie. Dat blijkt uit een enquête die is verricht in opdracht van de Europese Commissie.
De resultaten zijn gepubliceerd in de Vlaamse zakenkrant Financieel Economische Tijd. In Nederland en België ligt het aantal ondervraagden dat het inzetten van nucleaire centrales voor stroomwinning acceptabel acht op 60 procent. Iets meer dan een kwart van de bevolking in de lidstaten van de Unie geeft aan sterk gekant te zijn tegen deze vorm van opwekking van elektriciteit.
De meeste voorstanders wonen in de Scandinavische landen. In Finland steunt 65 procent van de bevolking het gebruik van kernenergie. In Zweden geldt dat zelfs voor 75 procent.
Nederland telt nog één actieve centrale. Die is gevestigd in het Zeeuwse Borssele. In 2004 zou er een einde moeten komen aan de bijdrage ervan aan de energievoorziening. De Belgische regering besloot onlangs het gebruik van kernstroom langzaam terug te dringen. Zij wil alle installaties die veertig jaar hebben geproduceerd, dichtdoen. Premier Verhofstadt en zijn kabinet bepleiten de opkomst van windenergie als alternatief. Wetenschappers twijfelen echter aan de haalbaarheid van die plannen.
De felste tegenstand leeft er in Oostenrijk. Slechts een kwart van de mensen daar steunt de nucleaire variant. Onzekerheid over de veiligheid van een centrale van het Tsjernobyl-type vlak over de grens met Tsjechië draagt bij tot de overwegend afwijzende publieke opinie.
Ook in Duitsland, Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje hebben de tegenstanders de overhand. De Europees commissaris voor Transport en Energie, de Spaanse De Palacio, heeft zich kortgeleden nog eens krachtig uitgesproken vóór kernenergie.