Vraagtekens bij onderzoek naar Sloelijn
De Raad van State heeft maandag tijdens een rechtszitting over de Sloelijn vraagtekens gezet bij de geluids- en trillingsonderzoeken van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Het rechtscollege behandelde een groot aantal uiteenlopende bezwaren tegen het tracébesluit Sloelijn. Het besluit regelt de aanleg van een nieuwe goederenspoorlijn tussen de bestaande spoorlijn Vlissingen-Roosendaal en het emplacement Sloe langs de dijk tussen de Nieuwerkerkerpolder en de Quarlespolder.
De vele bezwaarmakers, waaronder de gemeente Goes, de Zeeuwse Milieufederatie en Belangenvereniging Aanwonenden Spoorlijn, verzetten zich tegen de tracékeuze, die in hun ogen een onaanvaardbare aantasting van het landschap en de leefomgeving van een groot aantal omwonenden zal betekenen. Als de Raad van State de bezwaren verwerpt en het tracébesluit goedkeurt, zal het ministerie op volle kracht met de aanleg kunnen beginnen.
De minister moet overigens eerst nog een aantal gronden aankopen of onteigenen. De aanleg zal forse vertraging oplopen als de Raad van State het tracébesluit geheel of gedeeltelijk vernietigt.
In elk geval stelde staatsraad M. Oosting tijdens de rechtszitting een groot aantal vragen rond de geluids- en trillingproblematiek. Zo zette de staatsraad vraagtekens bij de voorbereiding van het besluit. „Waren alle maatregelen om trillingen en geluidsoverlast tegen te gaan al bekend toen de minister het tracébesluit vaststelde?” zo vroeg de staatsraad.
De raadsvrouw van Verkeer en Waterstaat erkende dat pas recent een aantal maatregelen, zoals het aanbrengen van rubberen raildempers en het rijden met stiller materieel, zijn voorgesteld om de herrie en trillingen terug te dringen.
Maar dat betekent volgens de raadsvrouw niet dat het tracébesluit onzorgvuldig is voorbereid.
De uitspraak volgt over enkele weken.