’Nee’ noopt tot discussie over behandeling grondwet
Het dreigend ’nee’ tegen de Europese grondwet dwingt de Tweede Kamer na te denken wat te doen met het voorstel van wet voor de ratificatie van het verdrag. Als Nederland nee zegt, liggen er drie opties op tafel; de Kamer kan de regering vragen het voorstel in te trekken, het aan te houden of het gewoon te behandelen.
D66 pleit voor intrekking van het voorstel. Het aanhouden zou het beeld kunnen versterken dat de politiek het voorstel op elk gewenst moment weer op tafel zou kunnen leggen. Als het wetsvoorstel door de Kamer zou worden behandeld en zou sneuvelen, is het voor dit kabinet niet meer mogelijk het verdrag nog een tweede kans te geven. En dat is iets waar de partij ook tegen aan hikt.
Bij de PvdA en het CDA zijn de geleerden er nog niet over uit. Beide partijen voelen echter weinig voor het afschieten van het wetsvoorstel via een formele behandeling door de Tweede Kamer. Of het voorstel moet worden aangehouden of ingetrokken weten zij echter nog niet.
Voor een van de initiatiefnemers van het referendum, het Kamerlid Karimi van GroenLinks, is het onbestaanbaar dat de Kamer een spelletje speelt met de voorkeur van de Nederlandse bevolking. „Als Nederland nee zegt – maar ik hoop vurig dat dat niet gebeurt – dan moet de Kamer het voorstel behandelen. Alleen op die manier kan het land precies zien wat er met zijn stem gebeurt".
SP–woordvoerder Van Bommel, tegenstander van de grondwet, steunt Karimi in haar opvatting. „Bij een formele behandeling van het wetsvoorstel kunnen de verschillende partijen aangeven welke voor– en nadelen zij in de grondwet zien. Zij kunnen dan tegelijk de accenten op tafel leggen waarmee de regering rekening dient te houden als het kabinet met een nieuw voorstel wil komen".
Voor het Kamerlid Geert Wilders, een verklaard tegenstander van de grondwet, is het vooral van belang dat als er een ’nee’ komt, het voorstel definitief wordt afgevoerd. Over hoe dat het beste kan gebeuren denkt hij nog na.
De VVD tenslotte vindt het op dit moment „niet van respect naar de kiezer getuigen als er nu al wordt gespeculeerd over de technische afwerking van de uitslag van het referendum". Volgens woordvoerder Van Baalen moet dat maar blijken in het debat van 2 juni, daags na het referendum.