„Huwelijk na scheiding in de regel niet bevestigen”
De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) willen ”in de regel” nieuwe huwelijken na een echtscheiding niet kerkelijk bevestigen. Maar kerkenraden blijven op dit punt een eigen verantwoordelijkheid behouden. En zijn er uitzonderingen denkbaar.
Dat is het voorstel van deputaten huwelijk en echtscheiding waarover de synode van de GKV vrijdagavond discussieerde. Het voorstel leidde -na een eerste besprekingsronde- nog niet tot besluitvorming.
Vorig jaar publiceerden deputaten de brochure ”Echtscheiding en hertrouwen?”, een populaire versie van een rapport dat aan de orde kwam op de synode van Zuidhorn (2002). Op die brochure kwamen waarderende, maar ook bezorgde reacties. Het belangrijkste zorgpunt was dat deputaten in hun benadering te veel ruimte zouden maken voor het zelfstandige oordeel van de kerk in de taxatie van echtscheidingssituaties.
Inmiddels hebben deputaten zich op de reacties bezonnen en presenteerden ze een nieuw rapport, gericht aan de huidige synode van Amersfoort (2005). Kern van het rapport is dat echtscheiding en hertrouwen niet passen bij „de stijl van het Koninkrijk van Christus.” Om die reden mogen echtscheiding en hertrouwen in geen enkele situatie goed worden genoemd. „Maar in de gebrokenheid van het leven is het goede niet altijd bereikbaar.”
Het is volgens deputaten „een „groot misverstand” te denken dat zij verruiming van de echtscheidingspraktijk zouden beogen: „Er zijn situaties waarin een huwelijk helaas niet te redden is. Dat komt ook voor als er geen sprake is van overspel of verlating. Een kerkenraad moet na een scheiding nooit uitspreken dat iemand vrij is om te hertrouwen, maar er kunnen situaties voorkomen waarin kerken zich moeten neerleggen bij een tweede huwelijk als ”het mindere kwaad”.” In zulke situaties „zal meestal ook een kerkelijke huwelijksbevestiging worden toegestaan.”
Deputaten zeggen nu in het voorstel dat vrijdagavond ter bespreking op de synode lag, dat het „goed is ruimte te scheppen voor uitzonderingen.” Ook verdient het volgens hen aanbeveling dat elke kerkenraad structureel huwelijkscatechese invoert en het volgen daarvan verplicht stelt voor diegenen die huwelijksbevestiging aanvragen.
Ouderling A. van Hoffen (Emmen) vond dat het deputatenvoorstel uitmondt in een open einde, met name door het gebruik van de woorden „in de regel.”
Ds. L. W. de Graaf (Hattem) stelde dat het noemen van uitzonderingen het besluit om „in de regel geen nieuwe huwelijken te bevestigen”, ontkracht. „De uitzonderingen zullen de regel bevestigen.”
Ds. L. E. Leeftink (Nijmegen) vond dat deputaten zo geboeid zijn door „de stijl van het Koninkrijk van Christus” dat dit ten koste gaat van de concrete gehoorzaamheid aan de geboden van Jezus, Die alleen in het geval van overspel echtscheiding toestond. Paulus verwierp hertrouwen na echtscheiding, maar riep betrokkenen op zich te verzoenen, of ongetrouwd te blijven.”
Deputaatvoorzitter ds. J. H. Smit gaf aan dat deputaten gekozen hebben voor een radicaal bijbelse lijn, namelijk het terugdringen van echtscheiding én het terugdringen van huwelijk na echtscheiding. „Tegelijkertijd willen deputaten recht doen aan heel de Schrift.”
Deputaten zullen de reacties van de synode tijdens de eerste besprekingsronde verwerken in hun definitieve besluitsvoorstellen.