EU-landen wisselen terreurinfo uit
Nederland en zes andere lidstaten van de Europese Unie (EU) willen voortaan persoonsgegevens van potentiële terroristen uitwisselen om aanslagen te voorkomen. Om misdadigers beter te kunnen opsporen, moeten de landen bovendien rechtstreeks toegang krijgen tot elkaars bestanden met DNA-profielen.
De verantwoordelijk ministers van de zeven lidstaten, onder wie minister Donner (Justitie), ondertekenden vrijdag in Prüm in Duitsland een verdrag. Daarin zijn deze en andere vormen van nauwere grensoverschrijdende samenwerking geregeld.
Zo moeten politiemensen uit diverse landen gezamenlijk kunnen optreden, desnoods gewapend, en in bepaalde noodsituaties ongepland op elkaars grondgebied kunnen opereren.
Dankzij het verdrag is het bijvoorbeeld mogelijk om Nederlandse agenten in te zetten bij het wereldkampioenschap voetballen in 2006 in Duitsland. Bij dit soort grote evenementen, waar diverse landen bij betrokken zijn, zullen de lidstaten spontaan of op verzoek ook persoonsgegevens uitwisselen van mensen van wie wordt aangenomen dat ze ongeregeldheden zullen veroorzaken.
De overeenkomst, die in de vorstenzaal van de voormalige benedictijnse abdij in Prüm in Duitsland werd ondertekend, moet leiden tot een betere en snellere bestrijding van vooral terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit en illegale immigratie. Dat zal volgens minister Donner van Justitie te merken zijn in bijvoorbeeld de grensstreek in Zuid-Limburg.
Het verdrag geeft de politie de kans om daar overlast van drugs en de bijbehorende criminaliteit beter bestrijden, aldus de minister. Bij de uitwisseling van gegevens, zoals DNA-profielen, vingerafdrukken en kentekenregisters van voertuigen, is de privacy van de betrokkenen volgens Donner gewaarborgd.
Zo gaat de uitwisseling van DNA-gegevens en vingerafdrukken via het zogeheten hit-no-hitsysteem: als de navraag bij collega’s in het buitenland een treffer oplevert, kan de politie de gegevens via de normale rechtshulpverzoeken verkrijgen. Volgens Donner is een en ander mogelijk binnen de verscheidenheid van de rechtssystemen van de diverse landen. Het verdrag biedt volgens hem meer garantie op veiligheid en stabiliteit „zonder dat we een eenheidsworst zijn.”
Behalve Nederland steunen ook Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, België, Spanje en Oostenrijk het zogeheten Schengen III-verdrag. De afzonderlijke parlementen moeten het nog wel goedkeuren voordat het in werking kan treden.