Van de 198 gecontroleerde schoonmaakbedrijven betaalt 13 procent zijn personeel te weinig uit. In totaal werken er circa 200.000 mensen legaal in de branche. Vakbond FNV Bondgenoten maakte vrijdag melding van de resultaten van het onderzoek.

Volgens bestuurder M. Martens van FNV Bondgenoten zijn de verhoudingen tussen werknemers en werkgevers de laatste jaren danig verslechterd. „De laatste twee jaar zien we steeds vaker dat werkgevers zich schuldig maken aan dit soort praktijken", zegt Martens. „Er is een concurrentieslag gaande in deze branche en werkgevers besparen kosten door te bezuinigen op de salarissen van hun werknemers".

Hij is somber gestemd over het verloop van de onderhandelingen over een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst. De oude CAO liep op 1 januari af. De vakbonden willen onder meer dat het minimumuurloon voor schoonmakers en glazenwassers wordt opgetrokken van 8,33 euro naar 10 euro bruto.

„In plaats van te adverteren met de boodschap ’de schoonmaker maakt het mogelijk’, kunnen werkgevers misschien beter zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden en een goede beloning", stelt FNV Bondgenoten. „Dat maakt de sector waarschijnlijk sneller aantrekkelijk dan zo’n imagocampagne". Om zijn eisen kracht bij te zetten, organiseert de vakbond op 15 juni een solidariteitsmanifestatie in de Bijlmerhal in Amsterdam.

Zo’n bijeenkomst kan geen kwaad, want traditioneel heeft de vakbeweging relatief weinig leden onder schoonmakers en glazenwassers. FNV Bondgenoten is veruit de grootste vakbond en heeft desondanks maar 12.500 leden in de branche.

De OSB, de koepelorganisatie van werkgevers in de schoonmaakbranche, was vrijdag niet in staat inhoudelijk commentaar te geven.