Ondernemer J. van Beek draait er niet omheen. Een onderwerp als het gespetter rond een urinoir valt niet in bedekte termen uit te leggen. „Ik zeg maar gewoon hoe het is.” Als directeur van een Opheusdens detacheringsbureau voor elektromonteurs zit hij veel langs de weg. „En dan moet je soms naar de wc. In een tankstation, in restaurants.”

Wat hij daar doorgaans aantreft, hoeft nauwelijks te worden uitgelegd. „Iedereen praat er wel eens over. Zo vies. Dat ligt lang niet altijd aan slecht schoonmaken. Ook niet alleen aan het feit dat sommige mannen niet kunnen mikken. Het is simpelweg lastig om de laatste druppels in het urinoir te krijgen.” Dat heeft onder meer te maken met de viezigheid. „Je wilt je pak schoonhouden, en gaat als vanzelf iets verder weg staan. Met alle gevolgen van dien.”

Urine op de vloer stinkt, urine die in de vloer of voegen trekt, stinkt nog meer. Van Beek: „Mensen lopen er doorheen en nemen de vuiligheid mee naar restaurant, kantoor en auto. Heel onhygiënisch allemaal.”

Het plasprobleem bleef hem bezighouden. „Waarom heeft niemand hier een oplossing voor, dacht ik.” Van Beek besloot zelf aan de slag te gaan. „Ik wil mezelf niet als uitvinder neerzetten, ik ben ondernemer.” De oprichting van UriCatch, met een kantoor in Veenendaal, was het gevolg. Een zoektocht naar reeds bestaande producten leverde niets op. „Ik geloof dat in 1912 eens iemand met een stuk vilt in de toiletruimte aan de slag is geweest. Verder is er niets.”

Van Beek heeft inmiddels zelf wat ontworpen: de druppelvanger. In een eenvoudige en een luxe versie. In bestaande gebouwen is de toepassing van het model Basic mogelijk. Het gaat om een kunststof matje met opstaande rand dat op een strategische plek onder het urinoir wordt geplakt. Met de voeten aan beide kanten van het matje staat de plasser in de correcte houding en zou er weinig meer mis moeten gaan.

De druppelvanger kan 200 cc opvangen, een glas vol. In het matje -in verschillende kleuren verkrijgbaar- is een geur verwerkt, die zo’n drie tot vier maanden werkzaam is. Daarna kan de vanger eenvoudig worden vervangen. De prijs per twee exemplaren ligt -afhankelijk van het model- tussen de 35 en 40 euro.

„We hebben tests gedaan en het blijkt dat 99 procent van de urine die niet in de pot belandt op het matje terechtkomt.” Honderd procent zou mooier zijn. „Inderdaad, maar in een klein aantal gevallen helpt de vanger niet. Het urinoir ook niet trouwens. Dan staat een man gewoon tegen de tegels te plassen.”

De UriCatch Flow is het paradepaardje van de kersverse onderneming. Deze druppelvanger wordt ingebouwd in de vloer en heeft een spoelmechanisme, waarbij water door de vanger loopt. „Schoner kan het niet.” De prijs van het apparaat is nog niet bekend. Een druppelvanger voor een ’gewone’ wc is geen optie. „Daar gaan mensen ook op zitten en die moeten dan hun voeten óp het matje zetten. Da’s weer niet fris.”

Van Beek ziet veel voordelen aan zijn vinding. Bedrijven en instellingen kunnen bezuinigen op schoonmaakkosten en -materialen, vloeren gaan langer mee, de uitstraling van de onderneming verbetert en ga zo maar door. Hij heeft „tientallen duizenden” euro’s geïnvesteerd. De potentiële markt is groot. „In Nederland zijn vele duizenden toiletruimtes, we gaan ook internationaal de boer op.” Concrete opdrachten zijn er nog niet, wel 150 „serieuze contacten.”