Christenen in Moskou gaan de straat op
Een groep Russische christenen is deze week in Moskou de straat opgegaan uit protest tegen schendingen van de vrijheid van godsdienst.
Zo’n 200 leden van een evangelicale kerk hielden een demonstratie in de binnenstad van Moskou, zo meldt de Amerikaanse christelijke nieuwsdienst Crosswalk.com. Aanleiding vormden de moeilijkheden die hun gemeente ondervindt bij het krijgen van een vergunning voor een eigen plaats van samenkomst.
„Onze taak is mensen te leren hoe ze hun rechten moeten verdedigen”, verklaarde kerkleider Alexander Purshaga.
Het protest is, aldus Crosswalk, het jongste signaal dat het er als het gaat over de godsdienstvrijheid in Rusland niet overal even best voorstaat. Sommige protestantse groeperingen worden op een hoop gegooid met sekten en als problematisch beschouwd.
Vorige maand overviel de politie al een seminarie van een pinksterkerk in Izhevsk, een stad ten noordoosten van Moskou. En in het district Chekhov, ten zuiden van Moskou, doen plaatselijke baptisten de grootst mogelijke moeite om een nieuw kerkgebouw te krijgen, nadat het vorige in september door brandstichting werd vernield.
De Amerikaanse Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid stelt in een deze maand verschenen rapport vast dat de omstandigheden in Rusland „de laatste jaren zijn verslechterd.” De commissie constateert onder meer een toenemende overheidsbemoeienis, alsook dat de Russisch-Orthodoxe Kerk een bevoorrechte positie inneemt en allerlei privileges krijgt. Meerdere religieuze groepen mogen zich niet laten registreren - wat een vereiste is om openlijk samen te kunnen komen.
Sommige Russische hoogwaardigheidsbekleders beschuldigen de VS ervan dat zij voor de vrijheid van deze „totalitaire sekten” willen opkomen om ze te gebruiken ter ondermijning van de Russische staat.
De Commissie voor Internationale Godsdienstvrijheid werd in 1998 ingesteld door het Amerikaanse Congres. In haar laatste rapport noemt de commissie elf staten in Afrika en Azië waarover zij zich grote zorgen gemaakt. Als eerste noemt zij Oezbekistan. India werd van de lijst geschrapt. Verder noemt de commissie Birma, Noord-Korea, Eritrea, Iran, Pakistan, China, Saudi-Arabië, Sudan, Turkmenistan en Vietnam.