Binnenland

„Ik mis mijn kinderen al acht jaar”

Acht jaar lang heeft Fatiha (34) haar drie oudste kinderen al niet gezien. Haar ex-man lokte ze naar Marokko en hield ze daar. „Ik kan nooit echt blij zijn.”

J. Visscher
26 May 2005 11:28Gewijzigd op 14 November 2020 02:35
APELDOORN – Moeder Fatiha mist haar drie kinderen die in Marokko zitten. Ze heeft alleen haar 13-jarige dochter Hafsa (r.) nog. „Ik kan geen kant op.” Foto Jos van Leeuwen
APELDOORN – Moeder Fatiha mist haar drie kinderen die in Marokko zitten. Ze heeft alleen haar 13-jarige dochter Hafsa (r.) nog. „Ik kan geen kant op.” Foto Jos van Leeuwen

„Soms kan ik alleen maar huilen. Dan voel ik me vanbinnen zo belemmerd”, zegt de met een hoofddoek getooide vrouw. Uit angst voor represailles wil ze achternaam noch woonplaats in de krant vermeld zien.

Fatiha is een van de honderden ouders in Nederland van wie een of meer kinderen door de ex-partner zijn meegenomen naar het buitenland. De afgelopen vier jaar zijn ten minste 423 kinderen ontvoerd, zo meldde de stichting Gestolen Kinderen gisteren. De grootste groep (60) belandde in Egypte. Dan volgen Turkije (36), de Verenigde Staten (32), Marokko (20) en Tunesië (20).

Door onder meer het Haagse Kinderontvoeringsverdrag worden de meeste kinderontvoeringen opgelost. Landen die het verdrag hebben ondertekend, werken mee aan het terugvinden van de kinderen. De kinderen keren terug of er komt een regeling. Problemen ontstaan in landen die het verdrag niet hebben ondertekend. Voorbeeld daarvan is Marokko.

Midden jaren ’90 liep het huwelijk tussen Fatiha en haar man stuk. De vrouw belandde in een blijf-van-mijn-lijfhuis. De vader, elektromonteur, wilde zijn kinderen in Marokko naar school hebben, zonder dat de moeder wat over hen te zeggen zou hebben.

Vader gebruikte een truc om zijn kinderen naar Marokko te krijgen, vertelt Fatiha. Haar ex-man was met de oudste zoon, Beniassa (22), naar het land vertrokken. Daarvandaan belde hij naar Fatiha met het verhaal dat de zoon ziek was. „Eenmaal in Marokko aangekomen bleek dat mijn ex-man ook onze dochter Nezha (19) en onze zoon Taoufik (16) in dat land besloot te houden. Hij zei: „Nou heb ik jullie.” Hij wilde mij kwijt en de kinderen bij oma in Marokko laten wonen. Ik kon hoog en laag springen, maar hij bleef bij dat plan. Al heb ik volgens het Nederlands recht voogdij over de kinderen.”

Na het „achterhouden” van de drie kinderen in Marokko spande Fatiha talloze procedures aan. Tot dusver haalden pogingen om de kinderen weer naar Nederland te krijgen niks uit. Ook het feit dat haar ex-man in Nederland voor de ontvoering van de kinderen een jaar in hechtenis heeft gezeten, had niet tot gevolg dat Beniassa, Nezha en Taoufik terugkeerden. „Mijn ex-man zei: Je kunt doen wat je wilt, maar je krijgt ze niet terug”, vertelt Fatiha met een doffe blik in haar ogen.

Pas de laatste paar jaar heeft Fatiha zo nu en dan telefonisch contact met haar bloedverwanten in den vreemde. „Af en toe bel ik met de kinderen. Dan vraag ik bijvoorbeeld hoe het op school met hen gaat.”

In de eerste jaren na de verdwijning van de kinderen dwarsboomde de familie van de man het telefonisch contact, vertelt Fatiha. „Telefoons werden van hen afgepakt. Dat heeft mij heel veel pijn gedaan.”

Fatiha heeft nu alleen haar 13-jarige dochter Hafsa bij zich. Moeder is bang dat haar ex-man ook dat kind ooit bij haar zal weghalen. „Zeker toen ze nog een klein kind was, durfde ik Hafsa niet alleen de deur uit te laten gaan. Als ze naar de speeltuin wilde, ging ik altijd mee. Nu zit ze op de middelbare school en moet ik haar meer loslaten.”

Fatiha hoopt naar Marokko te gaan in een poging de kinderen alsnog terug te krijgen, al is ze bang dat ze in het land problemen krijgt met haar ex-man en diens familie.

De Marokkaanse vrouw heeft acht loodzware jaren achter de rug. Weliswaar heeft ze een diploma voor sociaal-pedagogisch werk, maar vanwege concentratieproblemen kan ze nauwelijks werken. Maatschappelijk werkers en psychologen proberen haar met raad en daad terzijde te staan.

Dat kan allemaal niet verhinderen dat ze met een groot probleem blijft kampen. „Mijn leven staat eigenlijk stil. Ik kan geen kant op. Ik wil verder, maar de toestand in mijn leven laat het niet toe. Deuren zitten gesloten. Ik mis mijn kinderen, mijn dochter mist haar boers en zus. Ik moet constant aan mijn kinderen denken. Het doet mij pijn dat ik hun ontwikkeling in de kinderjaren heb gemist. Als mijn dochter en ik iets leuks doen, denk ik altijd: Wat zou het gezellig zijn als de anderen er ook bij waren. Eigenlijk gebeurt er de laatste jaren in mijn leven nooit iets echt leuks meer.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer