Kerk & religie

Gesprek forceren heeft geen zin

APELDOORN - Dick Gorter en zijn vrouw hebben vijf kinderen in de leeftijd van 8, 12, 16, 18 en 20 jaar. De manier waarop de oudere en de jongere kinderen met het geloof bezig zijn, is heel verschillend. „Het is moeilijk om met de oudsten in gesprek te raken.”

26 May 2005 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 02:35
GORTER …een klankbord…
GORTER …een klankbord…

De twee ’kleintjes’ in het gezin maken aantekeningen tijdens de zondagse preek. Die komt daardoor ook bij hen over, merkt Gorter. Meeschrijven is echter niet verplicht. „We zetten er geen mes bovenop.” Hij vervolgt: „Jammer genoeg komt er ook een leeftijd waarop ze daarmee stoppen. Omdat ze in de kerk bij hun vrienden gaan zitten.”Als de Apeldoorner en zijn vrouw hun oudste kinderen naar de preek vragen, is de respons niet groot. „Ja, we luisteren”, krijgen ze te horen. Toch zijn er ook momenten waarop het gesprek spontaan ontstaat.

Vorige week verongelukte in Apeldoorn een gemeentelid, een leeftijdsgenoot van Gorters oudste zoon Bart. „Dat heeft op ons gezin enorm veel impact gehad. Reken maar dat er aan onze jongens wordt getrokken.”

Zijn zoons hadden contact met deze jongen via het open jeugdwerk. „Zijn overlijden raakte hen enorm. Ons ook. Dan krijg je een gesprek. Jongens, dit is een roepstem, heb ik gezegd. We worden geleefd in deze tijd. Zo’n gebeurtenis zet je ineens op een geweldige manier stil.”

Gorter en zijn vrouw gingen met hun zoons mee op condoleancebezoek. „Voor hen was dit de eerste keer. Ze wilden een klankbord. Als ouders moet je daarbij zijn.”

Hun vijf kinderen hebben allemaal een eigen dagboek. „Hele goeie, uit de serie van Groen. We vragen of ze ’s avonds voordat ze gaan slapen stille tijd willen houden.” Doen ze dat ook? Ja, geeft Gorter aan, „maar niet altijd. We zijn er ook niet bij.”

De twee jongsten bidden een vrij gebed voordat ze gaan slapen en voordat ze ’s morgens naar school gaan. „Dat heeft mijn vrouw ze geleerd. Ere wie ere toekomt.”

Het vrije gebed van de kleinsten vindt hij een goede zaak, om twee redenen. „Je leert ze oprecht bidden en je hoort gelijk wanneer hun iets dwarszit.”

Met de oudere kinderen in gesprek raken, is lastiger, erkent Gorter. „Praten doen ze met hun vrienden. Als je een vraag stelt, zeggen ze: Waar bemoei je je mee? Ze vinden ons op sommige vlakken een beetje ouderwets. We proberen dat over te geven, ook al is dat moeilijk. We vertrouwen erop dat onze zoons ook werkelijk met vrienden in gesprek gaan.”

Het gesprek forceren of hen uit de tent lokken, heeft geen zin, weet hij uit ervaring. „Dan worden ze argwanend.”

Dit is het vierde deel in een serie over de praktijk van huisgodsdienst. Aanleiding vormt een vorige week gepresenteerd onderzoek van het LCJ. Vrijdag het laatste deel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer