Ook de magneetzweefbaan leverde opnieuw stof tot discussie op. Een groot deel van de moties kreeg brede steun, waaronder de bundeling van de toezichthoudende instanties in Flevoland.

M. van Daalen (CU) vroeg zich af welk nut het heeft om 100 miljoen euro apart te zetten voor de ontwikkeling van Almere. Hij zag dit bedrag als een luchtballon. „Een echte onderbouwing is er niet.”

De PvdA betoogde juist dat het Rijk in de eerste plaats een verantwoordelijkheid heeft in de groei van Almere. „De impuls van 100 miljoen is aanvullend, voor grote projecten, die hun uitstraling hebben op de rest van onze provincie.” De VVD-fractie sloot zich daarbij aan.

De CDA-fractie sprak de vrees uit dat door de 100 miljoen voor Almere „de ontwikkeling van de totale provincie ernstig wordt afgeremd. En dat willen we niet.”

Gedeputeerde L. M. Bouwmeester-den Broeder wees erop dat in Almere de helft van het aantal inwoners van Flevoland woont. „We willen dat deze stad zich verder ontwikkelt. Dat kan Almere niet op eigen kracht. Daarbij is hulp van de provincie nodig.”

Hoewel niet van harte gingen de Staten van Flevoland ook akkoord met de blijvende reservering van geld voor de magneetzweefbaan (Zuiderzeelijn). Een poging van de GroenLinks-fractie om de reserves voor de Zuiderzeelijn in te ruilen voor een nieuw te vormen reserve voor sociale infrastructuur verkreeg niet voldoende steun.

Alle fracties schaarden zich achter een voorstel van de SGP om de handhaving en controle van en op verleende vergunningen in één hand te geven.