Vonnis over IJzeren Rijn schokt Limburg
De provincie Limburg heeft woensdag „behoorlijk geschrokken” gereageerd op de uitspraak van het Permanente Hof van Arbitrage over de IJzeren Rijn.
Minister Peijs (Verkeer) had tot voor kort de indruk gewekt dat omwille van het recht van overpad de kosten voor het weer in gebruik nemen van deze goederenspoorlijn tussen Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied bij de Belgen zouden liggen. Dat pakt nu dus zeer nadelig voor Nederland uit, aldus een woordvoerder van de provincie woensdag.
De provincie vreest dat daardoor onder meer de omleiding rond Roermond problematisch gaat worden, omdat Nederland, anders dan eerder door Peijs geventileerd, voor die kosten moet opdraaien. De provincie wil dan ook „op zeer korte termijn” een gesprek met de minister.
De Tweede Kamer, eveneens bevreesd voor een financiële tegenvaller, wijdt volgende week donderdag een spoeddebat aan de hofuitspraak.
Het samenwerkingsverband IJzeren Rijn beraadt zich vrijdag over de ontstane situatie. In het verband zitten gemeenten langs het Nederlandse deel van de spoorlijn, Staatsbosbeheer, de provincie Limburg, de Kamer van Koophandel Noord- en Midden-Limburg en de Limburgse Milieufederatie.
Voorzitter G. IJff zei in een reactie dat de uitspraak „de zonnige kijk van Peijs op de arbitrage logenstraft. Peijs moet nu maar aan de Kamer uitleggen hoe ze dit probleem denkt op te lossen”, aldus IJff. Hij zei dat het opnieuw leven inblazen van de spoorweg vereist dat er geluidsschermen in Weert komen, evenals een omleiding bij Roermond en een tunnel door het Nationaal Park de Meinweg. „Het hof heeft bepaald dat Nederland voor die extra kosten moet opdraaien”, aldus IJff.
Daarbij gaat het om vele honderden miljoenen euro’s. Overigens scheppen de recente verkiezingen in Noord-Rijnland-Westfalen nog meer onzekerheid. De CDU heeft die verkiezingen afgelopen weekeinde gewonnen. Deze partij is een fel tegenstander van reactivering van de IJzeren Rijn, waardoor deze op het Duitse deel zeer onzeker wordt.