Chaos in de Leidse Breestraat
Zo op het eerste gezicht is er met de Breestraat in het centrum van Leiden niets aan de hand. Personenauto’s en motoren rijden er niet. Maar wanneer je er eenmaal fietst, weet je ook waarom die voertuigen er enkele uren per dag niet mogen komen. De Breestraat heeft genoeg aan de stadsbussen.
Links en rechts winkels. Daarboven woningen. Studenten hangen met een drankje in hun handen over een balkon. En voor de winkels staan reclameborden. Ze hinderen de voetgangers niet, want de stoepen zijn breed genoeg.
Wat wel lastig is, zijn de bestelbusjes die op het trottoir mogen parkeren. Een vrachtwagen past er niet en de chauffeur moet dus midden op straat zijn goederen lossen. Fietsers wachten ongeduldig. Erlangs kunnen ze niet, want vanuit de tegengestelde richting komt een stadsbus. Tussen de bus en de vrachtauto zit net een halve meter. Wegmarkeringen in het midden van de rijbaan ontbreken.
Lukt het niet linksom, dan wel rechtsom, denken enkele fietsers. Ze nemen de stoep, die zo laag is dat je er met gemak oprijdt. Maar daar lopen juist wat voetgangers.
Verderop loopt een bruidspaar de trappen van het stadhuis op. De fotograaf moet heel wat moeite doen om het gelukkige stel op de gevoelige plaat vast te leggen. Veel te druk op straat. Aan de overkant van de V & D is er ondertussen oponthoud. Twee bussen staan achter elkaar bij een halte. Tegemoetkomend verkeer rijdt er langzaam langs. De overige mensen moeten wachten.
Een minuut later komt een ambulance op hoge snelheid en met gillende sirenes langs. Al de tweede in een uur tijd. Het is het enige voertuig dat echt vrij baan krijgt.
Een Leidenaar van begin veertig die voor een uitzendbureau naar wat vacatures kijkt, vindt dat de situatie in de Breestraat wel meevalt. „Het is hier af en toe wel druk. Maar breeduit fietsen is onmogelijk. Wanneer je goed vooruit kijkt, kan je hier goed rijden.”
In de Breestraat is het druk, maar op de kruising met het Rapenburg is het een chaos. Fietsers en scooterrijders die vanaf het Noordeinde naar links het Kort Rapenburg op willen draaien, halen halsbrekende toeren uit om ongeschonden uit de strijd te komen. Er zijn wel wat wegmarkeringen. Een deel van de straat is roodgekleurd ten teken dat het een fietsersgebied is. Een deel van de weg is lichtrood en een ander deel donkerrood. Het maakt de situatie er niet duidelijker op.
Het is geen wonder dat Stephan Fijneman uit Amsterdam de Breestraat aankaartte op het meldpunt ”Mijn slechtste fietspad” van de Fietsersbond. Veel medestanders had hij vanmorgen nog niet: slechts acht andere fietsers stemden op de site met hem in.
Toch heeft het volgens Frank Borgman van de Fietserbond zin om slechte fietspaden te melden. „Alle meldingen gaan rechtstreeks naar de verschillende gemeenten en de vrijwilligers van onze bond ter plaatse. Zij zullen ervoor zorgen dat de meldingen niet onder in de la belanden.”
Volgens Borgman reageren gemeenten over het algemeen positief op het initiatief van de bond. „Anderen waren boos, omdat zij slecht uit de bus komen.” Veel ophef maken is trouwens niet nodig, want elke dag staat er wel een andere gemeente boven aan de klachten toptien.
Dit is het tweede deel in een korte serie naar aanleiding van de recente opening van een meldpunt voor slechte of onveilige fietspaden op www.fietsersbond.nl.