Een op tien kinderen leest thuis geen boek
Een op de tien kinderen leest thuis nooit een boek. Dertien procent leest niet vaker dan één keer per maand.
Dit blijkt uit een onderzoek van TNS NIPO dat in opdracht van Stichting Lezen onder 571 leerlingen uit de hoogste groepen van de basisschool is gehouden.
Ruim driekwart van de leerlingen leest thuis ten minste één keer per week. Meisjes lezen vaker dan jongens. Ongeveer 41 procent van de meisjes leest één keer per dag of vaker en 5 procent leest nooit; bij jongens is dat respectievelijk 26 procent en 15 procent. Meisjes noemen lezen ook vaker „leuk.”
De ”Hoe overleef ik…?”-boeken van Francine Oomen zijn op dit moment het populairst onder meisjes uit de hoogste groepen van het basisonderwijs. Bij jongens is de reeks over Harry Potter favoriet. Zielige boeken, boeken over de toekomst of over sport spreken niet meer dan eenvijfde aan. Sprookjes en gedichten zijn het minst populair, zo blijkt uit het onderzoek.
Meisjes en jongens waarderen internetten, sporten, televisiekijken en computergames met een rapportcijfer hoger dan een 8. Lezen krijgt een 7. Vooral voor jongens zijn deze andere activiteiten aantrekkelijker. Zo geven zij een 9 voor het spelen van computerspelletjes en een 6,4 voor lezen. Meisjes waarderen internetten het hoogst: 8,6 tegen 7,5 voor lezen.
Uit het onderzoek blijkt ook dat ouders hun kinderen stimuleren om te lezen. De meeste kinderen (90 procent) krijgen wel eens een boek cadeau voor sinterklaas of voor een verjaardag; 55 procent heeft daar van tevoren om gevraagd.
Ruim 90 procent van de ondervraagde kinderen komt wel eens in de bibliotheek, ongeveer eenderde komt wel eens in een boekwinkel. Volgens Stichting Lezen is het opmerkelijk dat kinderen die lezen het moeilijk vinden alleen naar de bibliotheek gaan.
Het onderzoek is gehouden naar aanleiding van de finale van De Nationale Voorleeswedstrijd vanmiddag in Utrecht. Aan de wedstrijd deden 70.000 scholieren mee.