Druk op ECB om rente te verlagen
De Europese Centrale Bank (ECB) moet de rente verlagen om de groei van de economie te stimuleren. Dat zegt de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, in een studie over de Europese economie.
De OESO pleitte dinsdag voor een „betrekkelijk snelle” renteverlaging in de eurolanden. Gezien de lage inflatie kan de groei worden gestimuleerd met een renteverlaging van 0,5 procentpunt halverwege dit jaar. Een jaar daarna moet de rente dan weer in stappen worden verhoogd. Op het ogenblik staat de rente in de eurolanden op 2 procent.
De eurozone blijft duidelijk achter. Dat komt door de hoge olieprijzen en de hoge koers van de euro, aldus de OESO. Vooral de prestaties van Duitsland en Italië vallen tegen. In de twaalf eurolanden groeit de economie dit jaar met een gemiddelde van 1,2 procent na 1,8 procent in 2004. Het komend jaar trekt de economie iets aan, met een groei van 2 procent als gevolg.
In de Economic Outlook, het rapport dat de OESO tweemaal per jaar opstelt over de economische vooruitzichten, staat dat de groei in de grote industrielanden dit jaar ruim lager uitkomt dan eerder was verwacht. De OESO raamt de groei nu op 2,6 procent. In haar vorige rapport ging de OESO nog uit van een gemiddelde groei van 3,6 procent. Vorig jaar verzwakte de economische bedrijvigheid al wat. Begin dit jaar deed zich een opleving voor, maar die is alweer voorbij.
Later dit jaar kan de groei aantrekken, zij het op een bescheiden wijze. De stimulans komt daarbij van buiten het OESO-gebied. De organisatie gaat er in haar ramingen wel van uit dat de olieprijzen niet verder stijgen.
In Nederland komt de groei dit jaar uit op een magere 0,5 procent en volgend jaar op 1,7 procent. De OESO is daarmee een stuk minder optimistisch dan in haar vorige ramingen, die percentages opleverden van respectievelijk 1,25 en 2,25. De OESO is ook somberder dan het Centraal Planbureau (CPB), dat voor dit jaar in Nederland een economische groei voorspelt van 1 procent en voor volgend jaar van 2,25 procent.
De -zwakke- opleving die zich voordeed, werd eind vorig jaar onderbroken en ook in het eerste kwartaal van dit jaar was de groei negatief, aldus de Economic Outlook. In de rest van dit jaar zal de export aantrekken en zal het herstel zich over een breder deel van de economie gaan uitstrekken.
Voor de werkloosheid heeft dat echter nog niet veel positieve gevolgen. In 2006 zal 6,1 procent van de Nederlandse beroepsbevolking zonder werk zitten. De OESO noemde in haar vorige rapport een werkloosheidpercentage van 5. De organisatie adviseert de overheid om maatregelen te nemen teneinde de vooruitzichten voor werknemers met een lage opleiding te verbeteren.
Minister Brinkhorst van Economische Zaken zei gisteren in een reactie dat de OESO-cijfers de noodzaak van het hervormingsbeleid van het kabinet aantonen. „Eens te meer blijkt dat we niet rustig achterover kunnen leunen.”
De Verenigde Staten doen het dit jaar beter dan gemiddeld. De groei van de Amerikaanse economie komt uit op 3,6 procent, maar is daarmee wel kleiner dan de 4,4 procent die vorig jaar werd geregistreerd. Ook in 2006 zal de groei met 3,3 procent wat minder zijn.
In Japan gaat het minder hard. De OESO houdt het voor dat land in 2005 op een groeipercentage van 1,5. Vorig jaar beleefde Japan een toename van het bruto binnenlands product van 2,6 procent. In 2006 wordt het 1,7 procent.
In de werkloosheid in het OESO-gebied zal niet veel verandering komen. De organisatie denkt voor dit jaar aan een gemiddeld percentage van 6,7, net zo veel als in het afgelopen jaar. Volgend jaar neemt de werkloosheid wat af tot 6,4 procent van de beroepsbevolking.
De inflatie blijft gematigd. Lag de geldontwaarding in 2004 op 2 procent, dit jaar wordt dat 1,9 procent. In het komende jaar voorziet de organisatie een inflatie van eveneens 1,9 procent.