Iraakse terreurbestrijder door rebellen gedood
Opstandelingen hebben maandag in Irak de chef van de terreurbestrijding doodgeschoten. Generaal–majoor Wael Rubaie werd in Bagdad op weg naar zijn werk onder vuur genomen. Sinds het aantreden vorige maand van de nieuwe regering zijn in de hoofdstad al meer dan twaalf hoge functionarissen vermoord. Bij andere aanslagen vielen maandag zeker twintig doden en ruim honderd gewonden.
Rubaie was nog maar kort geleden benoemd door de sjiitische premier Ibrahim al–Jaafari. Hij stond aan het hoofd van de afdeling speciale operaties van het Ministerie van Nationale Veiligheid en was belast met de coördinatie van de strijd tegen de opstandelingen. In de hinderlaag in de wijk al–Mansour kwam ook de chauffeur van Rubaie om het leven. De groep van Abu Musab al–Zarqawi eiste later de verantwoordelijkheid voor de moordaanslag op.
De rebellen hebben hun strijd opgevoerd in een poging het nieuwe bewind te ondermijnen. In een kleine maand zijn al 550 mensen door het geweld omgekomen en alleen al in Bagdad ontploften deze maand 22 autobommen. Naast militairen en civiele overheidsdienaren vallen er ook veel burgerslachtoffers. De vrees bestaat dat opstandelingen een oorlog proberen te forceren tussen de diverse religieuze en etnische groepen.
Zo vielen er in een sjiitische wijk in het noorden van Bagdad zeker acht doden en 113 gewonden, toen een autobom rond lunchtijd bij een vol restaurant van afstand tot ontploffing werd gebracht. Zeker veertien auto’s in de buurt gingen in vlammen op. En later in de avond ging in de gemengde stad Mahmoudiya een bom af bij een sjiitische moskee. Het gebedshuis stortte in en er vielen zeker vijf doden en negentien gewonden.
In Tuz Khurmatu in het Koerdische deel van Irak ging een bom verstopt in een vrachtwagen af bij het kantoor van de burgemeester. Het gevolg was vijf doden en achttien gewonden. Onder de slachtoffers is de broer van een hoge functionaris van regeringspartij Patriottische Unie van Koerdistan, de partij van president Jalal Talabani. De groepering Ansar al–Sunna verklaarde de aanslag te hebben uitgevoerd.
De rebellen blijven ook het Amerikaanse leger bestoken. Bij een militaire basis in Samarra raakten vier Amerikanen gewond door drie zelfmoordaanslagen. Eerst ramden twee auto’s met exlosieven de muur van het complex, waarna een man met een bomgordel een derde aanslag pleegde. In dezelfde stad kostte een mortieraanval op een gemengde Iraakse politie– en legerbasis aan twee Iraakse soldaten het leven.
Met een gezamenlijke operatie proberen Iraakse en Amerikaanse eenheden de golf van autobomaanslagen in Bagdad te kenteren. De actie heeft plaats in een gebied in het westen van de stad langs de weg naar het internationale vliegveld en Abu Ghraib. In de eerste 24 uur werden in totaal 285 „vermeende terroristen" opgepakt. Meer dan 15.000 Iraakse troepen en honderden Amerikanen nemen aan de operatie deel.