De aangekondigde werkonderbreking van 24 uur is bedoeld als een protest tegen het voornemen van de BBC-top om 3780 mensen te ontslaan. Op 31 mei en 1 juni is er nog een staking van 48 uur voorzien.

Volgens vakbonden doen in totaal 11.000 van de 27.000 medewerkers van de omroep mee aan de stakingen. Volgens de BBC zullen vooral de nieuwsprogramma’s op radio en televisie getroffen worden door de staking. Ook de nieuwsvoorziening op internet zal op een laag pitje staan. De programmering op televisie zal „ernstig worden aangetast.” Of er ook zenders volledige „op zwart” gaan was maandagmorgen onduidelijk.

De zenders BBC1 en BBC2 waren in de nachtelijke uren gewoon in de lucht. BBC World en BBC News 24 zonden eerder opgenomen nieuwsprogramma’s uit.

De ingrepen van BBC-topman Mark Thompson zijn ongekend in de historie van de Britse omroep. De BBC werd in 1922 opgericht. De twee nationale televisiezenders BBC1 en BBC2 volgden in 1936 en 1964. De onderneming telt intussen vijf radiozenders en verscheidene themazenders zoals BBC3, BBC4, BBC News 24 en Asian Network. Wereldberoemd is de radiozender BBC Worldservice, die in 43 talen uitzendt en wordt betaald door de overheid. De nieuwsvoorziening via internet behoort tot de beste ter wereld.

Net als bij veel andere grote mediabedrijven wil de BBC-top het mes zetten in het personeelsbestand. Daarmee kan geld worden vrijgemaakt voor nieuwe investeringen, aldus Thompson. Het ingreep in het personeelsbestand betekent dat een op de vijf medewerkers in het Verenigd Koninkrijk zijn baan kwijtraakt.

De omroep, die ook wel Auntie Beeb (Tante Beeb) wordt genoemd, telt zestien afdelingen. BBC News raakt bijvoorbeeld 420 banen kwijt (12 procent van het aantal op deze afdeling), de educatieve afdeling schrapt 424 banen (21 procent) en de afdeling Landen en Regio’s moet het met 735 minder mensen doen, een verlies van 13 procent. De grootste klap is er voor werknemers in administratieve diensten. Daar gaan 1730 banen verloren (46 procent).

De inkomsten krijgt de BBC grotendeels uit het kijk- en luistergeld dat de Britse huishoudens moeten betalen. Met dat geld -183 euro per jaar per kleuren-tv en 61 euro voor een zwartwittoestel- wordt 75 procent van de inkomsten gedekt, de rest komt van commerciële activiteiten. Een twaalfkoppige raad van toezicht, die door de Britse vorstin op advies van de regering wordt benoemd, moet toezien op de onafhankelijkheid en objectiviteit.