Rijstsector Suriname in zwaar weer
Ooit was Suriname de rijstschuur van de regio. Het onderzoekscentrum in Wageningen was wereldwijd befaamd vanwege het baanbrekende werk voor de rijstsector. Maar aan het begin van de 21e eeuw is het ieder seizoen afwachten of de boeren voldoende rijst van de velden halen om de Surinaamse bevolking te kunnen voeden.
De regering-Venetiaan en deskundigen lanceren het ene na het andere plan om de sector er weer bovenop te helpen. Maar het lijkt wel alsof de boeren zelf niet willen. Na een reeks noodkreten van de rijstboeren stelde de Surinaamse regering onlangs ruim 2 miljoen euro aan leningen beschikbaar om een gedeeltelijke inzaai te garanderen.
Maar na enkele maanden vragen velen zich af hoe ernstig de situatie daadwerkelijk is en hoe serieus de boeren zelf de problemen aanpakken. Van de lening werd slechts iets meer dan de helft gebruikt voor de inzaai of voor investeringen in het bedrijf. Het overige deel is besteed aan nieuwe auto’s en andere luxe goederen en aan vakantiereisjes, zo is uit een recent onderzoek gebleken.
De klad zit al jaren in de Surinaamse rijstsector. Boeren klagen steen en been dat de jaren geleden afgesloten leningen met torenhoge rentes tot 40 procent op jaarbasis als een molensteen om hun hals hangen. Meer dan de helft van de rijsttelers zegt daardoor niet in staat te zijn zaaigoed en andere benodigdheden in te kunnen kopen.
Daar komt bij dat op de wereldmarkt de opkoopprijzen voor rijst naar het laagste niveau in twintig jaar zijn gedaald. De kosten zijn daardoor hoger dan de baten en dus is het niet meer rendabel om in te zaaien, zo oordelen de boeren.
In het district Nickerie, in het westen van Suriname, het belangrijkste rijstproductiegebied van het land, is dit voorjaar slechts 15.000 van de beschikbare 44.000 hectare ingezaaid. Nog net genoeg om de Surinaamse bevolking te voeden, maar de export zal hierdoor een absoluut dieptepunt bereiken.
De boeren hebben, zo menen de politici in Paramaribo, de malaise voor een deel aan zichzelf te wijten. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, toen er volop werd geproduceerd en geëxporteerd, hebben veel boeren een slecht management gevoerd en verkeerde, onverantwoorde investeringen gedaan.
„Alles leek mogelijk, het waren immers vette jaren”, zegt een stafmedewerker van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV). „Ze leefden als koningen, kochten dure auto’s en de prachtigste landbouwmachines. Maar daarbij hielden ze geen rekening met de mogelijkheid dat het ooit slechter zou kunnen gaan. De machines konden meer worden onderhouden en veranderden in schroot, de leningen die ze afsloten kunnen ze nu niet meer aflossen.”
Maar het ministerie steekt de hand ook in eigen boezem. „De overheid heeft nagelaten de infrastructuur in het gebied in stand te houden. Daar lijdt nu vooral de waterhuishouding onder. Sluizen zijn kapot, sloten dichtgeslibd. En daardoor hebben de boeren een groot gebrek aan water, dat onontbeerlijk is voor de rijstteelt. Als excuus kunnen we aandragen dat er geen geld was en is voor herstel en onderhoud, maar het heeft wel een enorme kapitaalvernietiging tot gevolg gehad.”
De boeren kopen weinig voor het feit dat de overheid de eigen fouten toegeeft. „Veel collega’s zijn er al mee gestopt omdat er absoluut geen geld meer met rijst te verdienen valt”, zegt Andre Bhaggoe, een middelgrote rijstboer. „En als ze wel rendabel denken te kunnen werken, worden ze tegengewerkt doordat ze geen water hebben. De regering zal miljoenen dollars moeten investeren om de sector weer in staat te stellen op een normale wijze te produceren. Rijst is een van de belangrijkste exportproducten van het land. Laat je de sector aan zijn lot over dan raakt Suriname een belangrijke bron van inkomsten kwijt.”
De regering in Paramaribo is zich daar bewust van. Fraaie rapporten en voorstellen belanden vrijwel wekelijks op de bureaus van de verantwoordelijke bewindslieden. „Die willen vaak wel flinke maatregelen nemen. Die wens hebben ze ook herhaalde malen uitgeproken”, licht de stafambtenaar toe.
„Maar de overheid is bijna failliet, en zonder geld begin je niets. We kunnen alleen maar hopen dat buitenlandse instellingen de rijstsector de helpende hand zullen bieden. Een bloeiende rijstsector kan als belangrijke stimulans fungeren voor de Surinaamse economie.”