Paus wil vereniging, geen eenheid
De keuze van Joseph Ratzinger als paus heeft veel discussie opgeroepen, ook buiten de Rooms-Katholieke Kerk. Tomasz Pieczko ziet Ratzinger als een zeer standvastig persoon die duidelijk weet wat hij wil.
Velen zijn teleurgesteld, omdat verwachtingen dat de keuze van een nieuwe paus tegelijkertijd een nieuw tijdperk binnen de Rooms-Katholieke Kerk zou inluiden, niet in vervulling zijn gegaan. Wat staat de kerken van de Reformatie te wachten, gezien de persoon van de nieuwe paus?
Joseph Ratzinger was de laatste 24 jaar het hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer (een instantie met ontzettend veel macht, verantwoordelijk voor het bewaren van de zuivere katholieke leer in publicaties en het onderwijs) en hij was ook een van de belangrijkste medewerkers van paus Johannes Paulus II. Zonder me aan uiterst moeilijke voorspellingen te wagen, meen ik toch wel iets te kunnen veronderstellen.
Versteend
De meeste van zijn opvattingen over de missie van de kerk en zijn standpunten die betrekking hebben op ethische en theologische kwesties, staan zeer dicht bij die van paus Johannes Paulus II. Ratzinger heeft ze echter veel beslister geformuleerd. Van Johannes Paulus II is bekend dat hij als hij nerveus was nogal eens vroeg: „Maar wat zal Ratzinger daarvan zeggen?” Een grappig detail, dat een kern van waarheid lijkt te bevatten.
In zijn jonge jaren was Ratzinger belangrijk voor de theologie rond het Tweede Vaticaans Concilie (eind jaren vijftig tot begin jaren zestig). Tijdens dit concilie richtte Ratzinger het internationale theologische tijdschrift Concilium op, dat artikelen publiceerde in de geest van Vaticanum II en dat als doel had de dialoog van de kerk met het moderne denken te bevorderen (daarbij ook de dialoog met de niet-katholieke, protestantse denkwijzen).
Paradoxaal genoeg werd de congregatie waarover Ratzinger later de leiding kreeg in die tijd sterk bekritiseerd door de theologen die verbonden waren met Concilium. Het waren theologen die, net als Ratzinger zelf in die tijd, de structuren van Rome beschouwden als versteend en opgesloten in zelfverheerlijking.
Later werden deze zelfde mensen, zijn vroegere collega’s in het intellectuele werk, door Ratzinger, eerst als aartsbisschop van München en Freising en later als kardinaal en hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer, op een bijzonder consequente en strenge wijze tot de orde geroepen.
Visioen
Het is een publiek geheim dat Ratzinger de auteur is van de laatste katholieke documenten die tijdens het pontificaat van Johannes Paulus II gepubliceerd zijn. In deze documenten wordt een groter aandeel van leken in de kerkelijke liturgie verboden. Zelfs het lezen van het Evangelie wordt alleen voorbehouden aan de priester en de diaken.
Van zijn hand is ook het door Johannes Paulus II gepresenteerde document ”Dominus Iesus”, dat stelt dat alleen in de Rooms-Katholieke Kerk de kerk van Christus in al haar volheid bestaat. Ratzinger staat ook een centralisatie van de kerkelijke macht voor en is tegenstander van een vrij debat over theologische kwesties.
Als waakhond van de katholieke doctrines creëerde Ratzinger al in de jaren tachtig een theologische fundering voor de confrontatie met de bevrijdingstheologie in Latijns-Amerika (een theologie die protesteert tegen extreme armoede en die Rome beschuldigt van het begunstigen van de rijken).
Volgens Ratzinger bestaat er een nauwe band tussen de persoon van Maria en de theologie van de kerk. Hij beroept zich daarbij op het visioen van de nieuwe tempel in Ezechiël 40. Het gaat daarin over de oostelijke poort, waardoor alleen de koning mag gaan. Ratzinger citeert kerkvaders die in de nieuwe tempel een beeld zien van de kerk. De oostelijke poort is dan niemand anders dan Maria, de moeder van Jezus. Zij is de poort waardoor Hij gaat Die de wereld verwacht, Jezus Christus, Koning van het heelal. Kort gezegd, Maria is voor de kerk absoluut noodzakelijk om Christus en God Zelf te kunnen ontmoeten.
Oecumene
Voor Ratzinger is Maria dus nog meer dan middelares. Zij wordt volledig vereenzelvigd met de kerk. Het is immers zo dat er alleen een volledige ontmoeting met God mogelijk is door bemiddeling van de kerk. De rooms-katholieke dogmatiek leert dat alleen de Rooms-Katholieke Kerk de volledige openbaring van het geloof bezit.
Duidelijk is de taal die Ratzinger -ook als Benedictus XVI- gebruikt als het gaat om de oecumene. De veelgebruikte term „de eenheid van de christenen” wordt in zijn jongste uitspraken vertolkt met „de vereniging van de christenen.” Het is niet moeilijk te begrijpen wat daarmee wordt bedoeld. We hebben hier te maken met iemand die principes heeft en uitspraken doet die geen twijfel overlaten.
De auteur is een Poolse voormalige rooms-katholieke priester. Hij woont in Frankrijk.