Oezbekistan pakt leiders opstand op
Oezbeekse regeringstroepen hebben de orde in de oostelijke stad Korasoev hersteld. De opstandelingenleiders die hadden aangekondigd een strengislamitische staat te willen stichten, zijn gearresteerd.
Dat hebben inwoners van Korasoev, een 20.000 inwoners tellende stad aan de grens met Kirgizië, donderdag gemeld. De regeringstroepen waren ongeveer 1000 man sterk. Volgens sommige inwoners was er sporadisch geschoten, volgens andere niet.
De autoriteiten waren Korasoev afgelopen zaterdag ontvlucht, nadat opstandelingen politiebureaus en overheidskantoren hadden aangevallen. „Wij hebben geen wapens, maar als zij terugkomen en ons aanvallen, zullen we met messen tegen hen vechten”, zei opstandelingenleider Bachtijor Rachimov woensdag.
Het optreden van de autoriteiten in Korasoev volgt op de onlusten van vorige week in de stad Andijan, waarbij volgens ooggetuigen honderden doden zijn gevallen. De Oezbeekse president Islam Karimov heeft islamitische milities verantwoordelijk gesteld voor het geweld en ontkent dat regeringstroepen op demonstrerende burgers hebben geschoten. Volgens de regering kwamen wel 32 militairen en veiligheidsagenten en 138 terroristen om.
Ooggetuigen en oppositiegroepen stellen echter dat er tussen de 700 en 1500 doden zijn gevallen, onder wie veel onschuldige burgers. Velen van hen zouden in anonieme massagraven zijn beland. De autoriteiten spreken dat ten stelligste tegen.
Veel Oezbeken leven, veertien jaar na de val van de Sovjet-Unie, nog altijd in bittere armoede. De werkloosheid is torenhoog, met name in het oosten van het Centraal-Aziatische land. De regering in Tasjkent duldt geen oppositie en bestempelt tegenstanders als terroristen en moslimfundamentalisten.
Om met de onduidelijkheid over de gebeurtenissen vorige week af te rekenen hebben Groot-Brittannië, de Europese Unie en de Verenigde Naties woensdag opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar het geweld van de afgelopen dagen in het oosten van Oezbekistan. De Verenigde Staten vroegen Tasjkent al eerder openheid van zaken te geven en hervormingen door te voeren.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, sprak zijn grote zorg uit over de bloedige gebeurtenissen in de stad Andijan. Volgens Straw is het van cruciaal belang dat duidelijk wordt wat zich precies heeft afgespeeld in Andijan.
Een groep van enkele tientallen buitenlandse diplomaten bracht woensdagochtend een bezoek aan die stad in de Ferganavallei. Zij waren uitgenodigd door de Oezbeekse autoriteiten, maar mochten „uit veiligheidsoverwegingen” niet vrij rondlopen in Andijan. Ook mochten zij niet zelf bepalen met wie zij spraken.
Onder de 36 meegereisde diplomaten waren de ambassadeurs van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk. Washington beschouwt Oezbekistan als een bondgenoot in de strijd tegen het terrorisme, maar staat onder toenemende druk om een harde lijn te volgen in de betrekkingen met het dictatoriale regime in Tasjkent.
Volgens de president van Tadzjikistan, Amomali Rachmonov, kan verspreiding van geweld in Centraal-Azië ernstiger gevolgen hebben dan de oorlog op de Balkan in de jaren negentig. Dat zei hij woensdag na afloop van een onderhoud met de waarnemend president Koermanbek van Kirgizië. „Ik bid tot God dat er niets gebeurt in onze dichtbevolkte regio. Dat zou erger zijn dan de Balkan.”