Zalm baalt van leugens over dure euro
Minister Zalm van Financiën „baalt er verschrikkelijk van" dat de Nederlandse bevolking denkt bestolen te zijn bij de invoering van de euro. Volgens hem zijn dat „leugens" en „indianenverhalen." „Ik heb er goed de pest over in. Het is bijzonder onverkwikkelijk."
Zalm zei dat woensdag naar aanleiding van berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB). Daaruit blijkt dat de gulden in 1998 bij de omwisseling naar de euro wel te laag is gewaardeerd vergeleken met de Duitse mark, maar niet vergeleken met het gemiddelde in het eurogebied.
„Er zijn weinig aanwijzingen dat de instapkoers van de gulden sterk afweek van de prijsverhoudingen tussen Nederland en het eurogebied", meent het CPB. En zelfs al zou de gulden tegen een wat lagere waarde de euro in zijn gegaan „dan zullen de gevolgen bescheiden zijn geweest en gemiddeld wellicht zelfs positief", aldus het planbureau.
Over de omwisselkoers van de gulden ontstond eerder deze maand grote beroering, toen directeur Brouwer van De Nederlandsche Bank in een interview zei dat de gulden in 1998 te laag was gewaardeerd ten opzichte van de Duitse mark. Die te lage waardering zou de prijsstijgingen, waarover veel burgers sinds de invoering van de euro klagen, hebben veroorzaakt.
Zalm kreeg het verwijt dat hij de te lage instapkoers van de gulden zou hebben verzwegen tegenover de Tweede Kamer en de samenleving. Hij zou zelfs hebben gelogen in een Kamerdebat toen hij zei dat van onderwaardering van de gulden geen sprake was. Zalm onderstreepte woensdag dat hij toen niet heeft gesproken over de verhouding tussen de gulden en de Duitse mark, maar tussen de gulden en het gemiddelde in het eurogebied. „De koers weerspiegelde de verhouding van die tijd heel aardig", aldus de minister. „De mensen hebben waar voor hun geld gekregen."
Volgens Zalm zou een hogere waardering van de gulden in 1998 weliswaar voordelen hebben gehad in de vorm van lagere invoerprijzen, maar ze zou ook problemen hebben opgeleverd voor de export. Dat in de jaren 1998–2002 de inflatie aanwakkerde, was volgens Zalm niet het gevolg van de te lage omwisselkoers, maar van de aantrekkende economie in Nederland en de loonstijgingen die daarmee gepaard gingen.
Sinds 2002, toen de euro daadwerkelijk werd ingevoerd, was er in sommige sectoren, zoals de horeca, wel sprake van prijsverhogingen, maar in het algemeen is de inflatie alleen maar gedaald, aldus Zalm. In 2001 (het laatste guldenjaar) bedroeg de geldontwaarding nog 4,5 procent, nu minder dan 1,5 procent.