Binnenland

OM: geen cel meer voor jeugdige brandstichters Uden

De vijf tieners die worden verdacht van brandstichting in de islamistische basisschool Bedir in Uden en van een poging tot brandstichting in de Udense moskee, hoeven van het openbaar ministerie niet meer de cel in.

ANP
18 May 2005 17:50Gewijzigd op 14 November 2020 02:33

Officier van justitie S. Lukowski eiste woensdag tot 240 dagen cel. Het grootste deel daarvan moet volgens hem voorwaardelijk worden opgelegd, zodat de verdachten niet meer de cel in hoeven.

Het vijftal bracht vorig jaar al enkele weken in voorlopige hechtenis door. Naast de voorwaardelijke celstraf eiste Lukowski taakstraffen van 160 en 180 uur en een verplicht contact met de reclassering.

De rechtbank in Den Bosch heeft de pers bijzondere toegang verleend om de rechtszitting tegen de vijf minderjarigen, variërend in leeftijd van 14 tot 17 jaar, gedeeltelijk te kunnen bijwonen.

De Udense basisschool Bedir ging op 9 november 2004 in vlammen op, na brandstichting met behulp van een molotovcocktail. Drie dagen eerder was op soortgelijke wijze geprobeerd de moskee in brand te steken. Rond 20 november pakte de politie een groep plaatselijke vmbo–leerlingen op, die bekenden achter de aanslagen te zitten.

Volgens Lukowski gaat het om „racistische aanslagen". Daarbij verwees hij naar de leuzen die direct voor de brandstichting op de muren van de Bedir–school waren gekalkt. Ook benadrukte hij dat de beide brandstichtingen zijn voorafgegaan door het smeden van plannen daartoe.

Directe aanleiding voor de aanslagen vormde de moord op Theo Van Gogh, op 2 november in Amsterdam. Volgens de verdachten werd daar op school, die ook een groot aantal allochtone leerlingen telt, veelvuldig over gesproken en gediscussieerd. Die gesprekken werden ook buiten het domein van de school voortgezet, mede via chatboxen. De verdachten gaven woensdag tevens aan „slechte ervaringen" met Turkse of Marokkaanse jongens te hebben gehad, in de vorm van bedreigingen en geweld.

De gesprekken leidden bij de oudste verdachten tot het verlangen „een massale aanval" op de Udense moskee te organiseren. Zover kwam het niet. Na het smeden van een onuitvoerbaar plan een varkenskop de moskee binnen te gooien, ter „ontheiliging" van de gebedsruimte, kochten een 16– en 17–jarige verdachte spullen voor het maken van een molotovcocktal. Op de avond van 6 november ging er eerst een steen door de ruit en vervolgens de brandbom. Deze ketste af op een deel van het kozijn, waardoor de poging mislukte. Officier Lukowksi wees erop dat er zich op dat moment twee personen in het theehuis van de moskee bevonden. De betrokken verdachten zeggen dat niet te hebben geweten.

Drie dagen later stichtten drie andere jongens (onder wie de jongste, 14–jarige verdachte) brand in de Bedir–school. Zij zeggen geschrokken te zijn van de gevolgen van hun daad – het zou niet de bedoeling zijn geweest het hele gebouw, dat plaatsbood aan 111 leerlingen– in de as te leggen. Ter zitting zeiden zij woensdag spijt te hebben van hun daad.

Een vertegenwoordiger van de ouderraad van de Bedir–school gaf de rechtbank aan dat de gevolgen van de brand groot zijn geweest. Vele leerlingen zijn nog zeer angstig en vrezen dat zij opnieuw doelwit zullen worden van een aanslag. In maart is geprobeerd het nieuwe onderkomen van de school in brand te steken.

De pleidooien van de advocaten vonden achter gesloten deuren plaats, omdat deze uitvoerig ingingen op de persoon van de minderjaren verdachten.

De rechtbank doet uitspraak op 1 juni.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer