Politie doet het goed
De Nederlandse politie heeft in 2004 opnieuw beter gepresteerd. Zij kon fors meer zaken ter vervolging overdragen aan het Openbaar Ministerie. Bovendien steeg het aantal boetes en transacties na staandehoudingen met ruim 100.000. De bevolking is steeds positiever over de beschikbaarheid van de politie.
Dat blijkt uit het jaarverslag van de Nederlandse politie over 2004. De ministers Remkes van Binnenlandse Zaken en Donner van Justitie hebben het stuk woensdag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Steeds minder Nederlanders worden slachtoffer van criminaliteit. Mensen voelen zich veiliger. Sinds 1993, toen de eerste zogeheten Politiemonitor werd vervaardigd, daalde het percentage mensen dat zich wel eens onveilig voelt, van 29 naar 24. Het percentage dat zich vaak onveilig voelt, liep terug van 6,5 naar 3,7.
In 2004 droeg de politie ruim 244.000 over aan het openbaar ministerie. In 2003 waren dat er ruim 233.000. Met het aantal boetes en transacties na staandehoudingen is het doel voor 2006 al gehaald. Alle korpsen hebben veel werk gemaakt van de aanpak van (jeugdige) veelplegers en zogenoemde hardekernjongeren. Zij zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de criminaliteit en overlast.
Het ziekteverzuim onder politiemensen daalde in 2004 van 7,1 naar 6,7 procent.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken wijst erop dat de betere politieprestaties worden geleverd ondanks de dreiging van terroristische aanslagen in Nederland. Dat doet een aanzienlijk beroep op de capaciteit van de politie.