Roep om onafhankelijk onderzoek Oezbekistan
Groot–Brittannië, de Europese Unie en de Verenigde Naties hebben woensdag opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar het geweld van de afgelopen dagen in het oosten van Oezbekistan. De Verenigde Staten vroegen Tasjkent al eerder openheid van zaken te geven en hervormingen door te voeren.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken Jack Straw sprak voor de radiozender BBC zijn grote zorg uit over de bloedige gebeurtenissen in de stad Andizjan. Daar opende het leger vrijdag het vuur op een massale demonstratie tegen het autoritaire bewind van president Islam Karimov. Volgens de regering kwamen daardoor 32 militairen en veiligheidsagenten en 138 terroristen om.
Ooggetuigen en oppositiegroepen stellen echter dat er tussen de zevenhonderd en 1500 doden zijn gevallen, onder wie veel onschuldige burgers. Velen van hen zouden in anonieme massagraven zijn beland. De autoriteiten spreken dat ten stelligste tegen.
De internationale gemeenschap wil dat hulporganisaties, diplomaten en media volledige toegang krijgen tot het gebied, dat hermetisch van de buitenwereld is afgesloten. Volgens Straw is het van cruciaal belang dat duidelijk wordt wat zich precies heeft afgespeeld in Andizjan. Daarvoor is een onafhankelijk onderzoek noodzakelijk, aldus de Britse bewindsman.
Eerder woensdag vroeg ook EU–commissaris voor buitenlandse betrekkingen Benita Ferrero–Waldner om een onafhankelijk onderzoek. „Alleen dan kan de Europese reactie objectief en juist zijn", betoogde zij. Ook de hoge commissaris voor de mensenrechten van de VN, Louise Arbour, sprak haar bezorgdheid uit over het bloedvergieten in Andizjan.
Een groep van enkele tientallen buitenlandse diplomaten bracht woensdagochtend een bezoek aan die stad in de Fergana–vallei. Zij waren uitgenodigd door de Oezbeekse autoriteiten, maar mochten „uit veiligheidsoverwegingen" niet vrij rondlopen in Andizjan. Ook mochten zij niet zelf bepalen met wie zij spraken.
De diplomaten kregen per bus een rondleiding door de stad. Zij kregen een legerbasis te zien waar een „criminele bende" wapens zou hebben geroofd en een gevangenis die door demonstranten was opengebroken. De school in het centrum waar militairen het vuur zouden hebben geopend op demonstranten, werd niet aan de buitenlanders getoond.
Onder de 36 meegereisde diplomaten waren de ambassadeurs van de Verenigde Staten, Groot–Brittannië en Frankrijk. Washington beschouwt Oezbekistan als een bondgenoot in de strijd tegen het terrorisme, maar staat onder toenemende druk om een harde lijn te volgen in de betrekkingen met het dictatoriale regime in Tasjkent.
Veel Oezbeken leven, veertien jaar na de val van de Sowjet-Unie, nog altijd in bittere armoede. De werkloosheid is torenhoog, met name in het oosten van het Centraal–Aziatische land. De regering in Tasjkent duldt geen oppositie en bestempelt tegenstanders als terroristen en moslimfundamentalisten.