Officieel vraagt Brussel om „formele raadplegingen” met China. Volgens de regels van de wereldhandelsorganisatie WTO moet China dan onmiddellijk maatregelen nemen, in afwachting van de uitkomst van de gesprekken.

Sinds januari zijn de quota op de Chinese textielexport verdwenen. Dat heeft in Europa geleid tot een enorme stijging van de invoer van goedkoop textiel. Bij de T-shirts was er in de eerste maanden van dit jaar bijna een verdrievoudiging van de invoer ten opzichte van een jaar geleden; bij vlasgaren ging de import 57 procent omhoog. Fabrikanten van T-shirts in Griekenland, Portugal en Slovenië kreunen onder de Chinese concurrentie, terwijl bij het vlasgaren de gedupeerde fabrikanten in Frankrijk en Italië zitten.

Niet alleen Europese producenten hebben last van het Chinese textiel. Arme landen die van oudsher kleding naar Europa verscheepten, zoals Pakistan, Sri Lanka en Bangladesh, zagen hun export naar de EU afnemen.

De procedure die Brussel voorstelt, heeft tot gevolg dat China de export moet beperken tot het gemiddelde van de periode maart 2004-februari 2005, plus 7,5 procent. De EU-lidstaten moeten het voorstel nog goedkeuren. Die zijn verdeeld: zuidelijke landen, met nog veel traditionele textielbedrijven, roepen al maanden om maatregelen, terwijl noordelijke landen geen enkel bezwaar hebben tegen het goedkope textiel.

Eurocommissaris Mandelson, die China prees om zijn goede samenwerking, benadrukte dat de maatregel geen terugkeer naar het quotasysteem betekent. „Het gaat om tijdelijke maatregelen waardoor de branche de kans krijgt zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. De quota worden niet opnieuw geïntroduceerd.” De beperkingen gaan meteen in. Vervolgens hebben China en de EU volgens de WTO-regels negentig dagen de tijd om het eens te worden.

Los van de T-shirts en het vlasgaren is de Unie ook met China in overleg over zeven andere categorieën textiel. Daarvoor heeft Brussel nog geen noodmaatregel voorgesteld.