Rice was de eerste hoge Amerikaanse functionaris die Irak bezocht sinds de nieuwe Iraakse regering begin mei is gevormd. De bewindsvrouw bezocht eerst de noordelijke stad Arbil in het Koerdische deel van Irak en reisde vervolgens naar Bagdad voor gesprekken met premier Ibrahim Jaafari en president Jalal Talabani.

Rice sprak haar vertrouwen uit in de nieuwe Iraakse regering, maar toonde zich bezorgd over het aanhoudende geweld in Irak, dat volgens haar alleen kan worden overwonnen door een „sterk politiek alternatief." In een voormalig paleis van Saddam Hussein probeerde Rice ook enkele honderden Amerikaanse militairen moed in te praten. „Deze oorlog kwam op ons af, niet omgekeerd", zei ze over de Amerikaanse invasie in Irak in 2003.

De afgelopen twee jaar is het geweld in Irak alleen maar toegenomen en heeft sinds de installatie van de nieuwe Iraakse regering een voorlopig hoogtepunt bereikt. Volgens de regering zijn in de afgelopen twee weken alleen al vierhonderd burgers gedood.

In het weekeinde werden op verscheidene plekken in Irak 34 lijken gevonden. In de wijk Sadr City in Bagdad werden zondag de lichamen van dertien geblinddoekte mannen gevonden in een ondiep graf. Volgens de politie waren ze ieder meerdere keren door het hoofd waren geschoten. In Iskandariya, even ten zuiden van Bagdad, werden zondag elf lijken gevonden, onder wie die van zeker drie militairen. Volgens de politie waren vier lichamen onthoofd. Een dag eerder werden in Ramadi, in het westen van Irak, tien Iraakse militairen dood aangetroffen.

Ook waren er in het weekeinde weer een aantal bloedige aanslagen. Zondagochtend vielen vijf doden en meer dan veertig gewonden bij twee aanslagen in Baquba, ten noorden van Bagdad. De aanslagen waren gericht tegen de gouverneur van de provincie Diyala. De eerste aanvaller blies zich in een auto op, maar daarbij vielen geen slachtoffers. Onmiddellijk daarna rende een tweede dader met explosieven om zijn middel het konvooi van gouverneur binnen en richtte zo alsnog een bloedbad aan. De gouverneur zelf bleef ongedeerd.

In Bagdad werden zondag een hoge functionaris van het ministerie van Industrie en zijn chauffeur doodgeschoten. De avond ervoor werd elders in de stad de directeur–generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor zijn huis doodgeschoten. Eerder zaterdag vielen bij een bomaanslag in Bagdad drie doden en tien gewonden. Volgens de politie reed de dader met zijn auto in op een konvooi van politieauto’s en liet het voertuig exploderen.

Het offensief dat de Amerikaanse troepen de afgelopen week in de provincie al–Anbar in het westen van Irak tegen aanhangers van de extremistische leider Abu Musab al–Zarqawi voerden, is zaterdag beëindigd. Volgens een verklaring van het Amerikaanse leger zijn bij de actie, “Operatie Matador”, 125 opstandelingen gedood. Negen Amerikaanse mariniers sneuvelden in de hevige gevechten bij de grens met Syrië.

Al–Zarqawi zou vorige week gewond zijn geraakt en in een ziekenhuis in Irak zijn behandeld. Dat meldde de Britse krant Sunday Times zondag.

De krant citeerde een arts die zei dat hij de leider van al–Qaeda in Irak woensdag heeft behandeld toen deze hevig bloedend een ziekenhuis werd binnengebracht in Ramadi. De arts, die anoniem wil blijven, wilde niet zeggen wat de verwondingen waren.

De arts herkende al–Zarqawi van foto’s en tv–beelden. „Ik heb zijn wonden verzorgd en hem gevraagd in het hospitaal te blijven voor observatie, en gezegd dat hij zich moest inschrijven en zijn naam moest opgeven. Maar hij werd heel nerveus en opgewonden. Hij weigerde en zei dat hij niet zou blijven. De drie mannen bij hem vroegen beleefd om te mogen vertrekken en om de benodigde medicijnen", aldus de arts.

Al–Zarqawi is voortvluchtig sinds 2003. Hij wordt verdacht van vele tientallen aanslagen, gijzelingen en onthoofdingen. Al eerder werd bericht dat al–Zarqawi gewond was. Eind april zou hij ook in Ramadi in een ziekenhuis zijn geweest.