Binnenland

„De wereld stond voor mij even stil”

Een enkel persoonlijk verhaal, maar de herinneringen aan de door de tsunami getroffen gebieden in Thailand en Sri Lanka lagen er vrijdag in de Haagse Juliana Kazerne niet dik bovenop. Honderdvijftig leden van het Rampen Identificatie Team (RIT) waren bij elkaar en werden later door Koningin Beatrix ontvangen op Paleis Huis ten Bosch. Duizenden lijken werden door hen geïdentificeerd en op vier na ook alle Nederlandse slachtoffers.

Van onze verslaggever
13 May 2005 22:27Gewijzigd op 14 November 2020 02:33

P. Wiersinga, hoofd van het team dat in het rampgebied identificaties verrichtte, ontving vrijdagmiddag uit handen van minister Remkes van Binnenlandse Zaken de onderscheiding Officier in de Orde van Oranje Nassau. Wiersinga: „Ik zal hem dragen, maar zij hebben hem allemaal verdiend”, en daarmee wees hij naar de 150 RIT’ers die voor hem in de zaal zaten.

„De massaliteit van deze ramp zal me altijd bijblijven”, zegt P. Drent, één van de RIT’ers die in Thailand werkzaam was. Nachtmerries heeft hij desondanks niet gehad „In mijn dagelijks werk zie ik regelmatig mensen die bijvoorbeeld in het verkeer om het leven zijn gekomen.”

Een voorval staat Drent in zijn geheugen gegrift. „Een van de laatste slachtoffers die we identificeerden, droeg zijn identiteitsbewijs bij zich. Mijn vrouwelijke Thaise collega herkende aan zijn pasfoto meteen dat het om de vader van haar beste vriendin ging. Dan komt het verdriet en de ellende ineens heel dichtbij.”

Volgens de minister vervulden Wiersinga en het RIT in Thailand een rol die hem „verlegen” maakte. „Ik spreek veel mensen die zich professioneel met veiligheid en rampen bezighouden. Soms laat ik me uit over hoe je met je gevoelens om moet gaan. Toen ik het RIT in Phuket bezocht, stond ik daar echter met lege handen en ik keek verwonderd naar wat het team deed.” Tot de aanwezigen: „Ik wist niet wat ik u moest vertellen. U hielp eerder mij om de aanblik van zoveel verschrikking te verdragen.”

Het RIT werd ter plaatse direct aangeklampt door nabestaanden. KLPD-korpschef P. van Zunderd, die de RIT onder zijn beheer heeft: „Ook dat was voor het team bijzonder zwaar. Maar dankzij de professionele inzet kon het team al na enkele dagen onder zeer provisorische omstandigheden beginnen met het beschrijven van de geborgen lichamen.”

Van Zunderd is er trots op dat alle twintig identificatieteams uit andere landen al snel de werkwijze van het RIT overnamen. Verkeerde identificaties werden daardoor volgens hem „nagenoeg” uitgesloten. Het Nederlandse team vergiste zich een keer toen het nummers van twee lichamen verwisselde en het verkeerde lichaam naar Nederland werd gestuurd.

Een verhaal dat Van Zunderd in de aantekeningen van een RIT’er aantrof, is hem sterk bijgebleven: „Een Thaise vrouw vond haar vierjarige zoontje tussen de lichamen. De moeder wilde haar kind, ondanks ernstige verminkingen, zien. Die confrontatie tussen moeder en kind riep heftige emoties op, niet alleen bij de moeder. Hans (het RIT-lid, red.) schrijft recht uit zijn hart: „Het enige wat ik kon doen, was de vrouw vasthouden. Ze streelde het kind en hoewel ik Thais niet versta, merkte ik dat ze liefkozende woordjes tot het kind sprak. Het was vertederend, maar ook hartverscheurend. De wereld stond voor mij even stil. Zo intiem!””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer