Noord-Koreaanse taferelen op de loer in EU
Waar in Nederland de roep klinkt om langer te werken en de arbeidsmarkt te flexibiliseren om zo de economie er weer boven op te helpen, trekt Europa aan de handrem. Deze conclusie trekt Toine Manders
uit de herziene arbeidstijdenrichtlijn. Deze richtlijn uit 1993 was toe aan herziening en dat heeft de ideologische gemoederen behoorlijk verhit. Vorige week stemde het Europees Parlement hierover. De arbeidstijdenrichtlijn stelt het gemiddelde maximumaantal werkuren per week op 48 uur, maar het was toegestaan om hiervan af te wijken - mits de werknemer hiermee akkoord gaat.
Met name het Verenigd Koninkrijk heeft dankbaar gebruikgemaakt van deze zogenaamde opt-out-clausule om flexibiliteit en dynamiek in zijn arbeidsmarkt te brengen. Dit heeft de Britten geen windeieren gelegd: Waar alle andere Europese economieën de laatste jaren kwakkelen, floreert die van het Verenigd Koninkrijk. Het europarlement heeft nu paal en perk gesteld aan deze uitzonderingspositie en berooft zo de lidstaten van een instrument om hun economie te stimuleren.
Veroorloven
Een ander heet hangijzer in de richtlijn betreft de rust- en wachttijden. Het Europees hof heeft nog niet zo lang geleden bepaald dat rust- en wachttijden die worden doorgebracht op het werk, als werktijd moeten worden gerekend. Hier kan ik in meegaan, bijvoorbeeld in het geval van een arts die in het ziekenhuis op de eerste hulp aan het wachten is op patiënten.
Het Parlement heeft echter nu bepaald dat dit te allen tijde moet gelden. Dit betekent dat de tijd waarin bijvoorbeeld een ambtenaar thuis stand-by zit te wachten op een telefoontje over een afgewaaide tak die op de weg ligt, als werktijd wordt gezien. Als wij als maatschappij vinden dat onze economie sterk genoeg is om dit kunnen veroorloven, moeten we dit zélf kunnen bepalen, maar het gaat mijns inziens veel te ver om dit Europees te regelen.
Beide aangenomen punten waren voor de VVD aanleiding tegen het aldus gewijzigde voorstel te stemmen. De arbeidstijdenrichtlijn is een typisch voorbeeld van onnodige en ongewenste Brusselse inmenging in nationale aangelegenheden. Als we in Europa zelfs arbeidstijden van bovenaf op gaan leggen, lijkt Noord-Korea dichterbij dan we soms denken. Bovendien wordt met deze richtlijn de deur naar verdere flexibilisering van de arbeidsmarkten dichtgegooid, terwijl dit juist gezien wordt als een panacee voor onze economische problemen.
Gedetailleerd
Deze sof onderstreept de noodzaak tot spoedige aanname van het grondwettelijk verdrag. In het grondwettelijk verdrag zit een veiligheidsklep ingebouwd die burgers en bedrijven kan behoeden voor dit soort Brusselse bemoeizucht. Volgens de zogenaamde subsidiariteitstoets kunnen de nationale parlementen aan de bel trekken als de Commissie met voorstellen komt die de soevereiniteit van de lidstaten ondermijnen of onnodig gedetailleerd zijn.
De auteur is lid van het Europees Parlement voor de VVD en heeft zitting in de Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming.