Schoffelen in keurige hangplek
De naam ”hangplek voor ouderen”, komt niet uit Oude-Pekela, de plaats waar de bewuste ouderen onlangs werden weggestuurd uit een winkelcentrum. De term is volgens Willem Grotens (64) uit Zutphen door hem bedacht en wel voor wat waarschijnlijk de netste hangplek van Nederland is.
Het is niet druk op de ouderenhangplek aan het Stokebrand in Zutphen. Arie van Spiegelen (65) staat met een grote doos in zijn handen. Een derde motor achter deze hangplek, Tjeerd Romberg, komt er voor de gelegenheid ook bij. In de doos zit een splinternieuwe grasmaaier waar het drietal elk twintig euro voor heeft neergeteld. Het apparaat moet in de toekomst de grasmat rond de hangplek kort gaan houden.
De hangplek doet niet onder voor een bovengemiddeld onderhouden Nederlands achtertuintje. Gras zonder mos, struikjes en viooltjes keurig op een rij. Onkruid is de grote afwezige. Willem: „Dit is een stukje groenadoptie. Bij de gemeente staat zwart op wit dat wij dit stukje groen voor onze rekening nemen.”
Hoewel vooral het voorjaar en de zomer geschikt zijn om je op de hangplek op te houden, hoeft de zon volgens Willem maar even te schijnen, of er is wel iemand te vinden. „De saamhorigheid in de buurt is echt toegenomen. Niet dat we over allerlei bijzondere dingen praten. Gewoon over voetbal of over ziektes. Dan geef je elkaar tips hoe je die kwaaltjes kunt bestrijden.” Romberg: „Ruzie of discussies hebben we eigenlijk nooit gehad. Dat zou toch zonde zijn?”
Vijf jaar geleden lag het pleintje waar de hangplek aan grenst er volgens het drietal nog hopeloos bij. Hoe, is te zien achter het draad dat het stuk geadopteerde groen afscheidt van de rest. Daar strekt zich nog wel 20 meter groen uit met bomen, struiken en brandnetels. Arie: „Er stonden hier hoge hazelaars die de auto’s vies maakten.”
Dat soort groen kon men niet waarderen. Het drietal meldde zich bij de gemeente en die bleek mee te willen werken. Men liet zelfs een graafmachine komen om de boel schoon te vegen. Romberg: „Maar die kraanmachinist was nogal enthousiast en maakte 2 meter te veel schoon.” Willem: „Toen heeft Tjeerd gevraagd of hij de picknicktafel uit een speeltuintje uit de buurt hier mocht neerzetten. We kregen ook wat struiken van de gemeente en verder brachten omwonenden die in hun tuin bezig waren struiken en planten.”
Twee jaar geleden liep het echter met de begroeiing uit de hand. Arie: „Je kon niet meer schoffelen omdat alles vol stond met bodembedekkers. Toen hebben we alles eruit gegooid en opnieuw beplant.”
De onderhoudsploeg van deze hangplek neemt zijn taak met grote ernst. Gezichten staan ernstig en zinnen winnen aan stelligheid door stopwoorden als „kijk”, en „klaar!” of „zo is het!” Tegelijk is er wederzijds grote tolerantie. Romberg: „Kijk, ik ben machinist. Als ik eens een drukke week heb, kan het zijn dat ik hier een hele week geen steek uitvoer.” Willem: „Maar dan doet Arie al het werk, of ik. En ben ik op vakantie, dan neemt Tjeerd het onderhoud over.”
De wacht over de parkachtige hangplek wordt vooral door Tjeerd waargenomen. Hij woont er dan ook tegenover. „Kijk, als ik zie dat een jongen met zijn voet op het draad staat, ga ik er gewoon even heen. „Joh, doe dat even niet. Laat het even heel”. En dan luisteren ze.”
Dit is de tweede aflevering in een drieluik over hangplekken voor ouderen. Zaterdag verschijnt deel 3.