„Meer bezoek aan eenzame ouderen”
De zorg wil bestaande projecten voor huisbezoeken uitbreiden en vereenzaamde ouderen actiever opsporen. „Als we niets doen, zullen trieste situaties van ouderen die zichzelf verwaarlozen of totaal vereenzamen, toenemen.”
Dat hebben het Nationaal Fonds Ouderenhulp en de brancheorganisatie voor onder andere hulp aan ouderen MOGroep donderdag gezegd. Zij lanceren deze plannen, aangespoord door de vondst in een Amsterdamse woning van een 89-jarige dode man en zijn partner, die al een paar jaar eerder was overleden.
Jaarlijks vindt alleen de Amsterdamse GGD al ongeveer vijftig maal een lichaam van iemand die in eenzaamheid is gestorven. GGD Nederland heeft geen landelijke cijfers, maar constateert wel dat dergelijke zaken vaker in de grote en middelgrote steden voorvallen dan op het platteland.
De zorgorganisaties wijzen erop dat steeds meer ouderen zelfstandig blijven wonen. Ook is de sociale samenhang in de maatschappij minder sterk en is de zorg veel meer door de vraag gestuurd. Het welzijnswerk voor ouderen doet al jarenlang huisbezoeken maar ondervindt dat niet elke gemeente daar even actief in is.
„Landelijk is op welzijn eentiende bezuinigd. De overheid waarschuwt op basis van onderzoek wel voor ouderen die vereenzamen. Maar tegelijk laat zij het verder aan de gemeente over”, constateert O. Hoorn van de landelijke MOGroep. „Welzijn is vaak een stiefkindje van de gemeente. De overheid zou veel meer sturend moeten zijn als ze zich echt zorgen maakt over het isolement.”
Ook de ouderen reageren vaak niet op belangstelling van buitenaf. Zorgverleners komen soms niet verder dan een gesprek door de brievenbus.
Signaleren lukt meestal nog wel, dankzij het ouderenwerk, de thuiszorg of een maaltijdproject. Ook kan de postbode dat doen, de buurtagent of buurtbewoners. Maar binnenkomen is vaak moeilijker omdat ouderen geen bemoeienis willen. Sommigen dementeren, of zijn niet in staat tot sociaal contact.