Iraakse generaal in Bagdad gedood
Een Iraakse generaal is donderdagmorgen in Bagdad doodgeschoten toen hij op weg was naar zijn werk bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. De auto van het slachtoffer, brigadegeneraal Iyad Imad Mahdi, werd vanuit twee passerende auto’s onder vuur genomen.
Iraakse regeringsfunctionarissen zijn een belangrijk doelwit van de opstandelingen in Irak, net als de Iraakse politie en het Iraakse leger. Woensdag kwamen bij bomaanslagen zeker 70 mensen om het leven en raakten 160 mensen gewond, waarmee deze dag een van de bloedigste was sinds de Irakezen drie maanden geleden een regering kozen.
De eerste aanslag deed zich woensdagmorgen voor in Tikrit, de vroegere woonplaats van Saddam Hussein. In deze noordelijke stad wonen overwegend leden van de soennitische minderheid in Irak, waartoe ook de ex-dictator behoort. Zeker 38 mensen kwamen om het leven toen een zelfmoordenaar zijn bomauto tot ontploffing bracht op een marktplein.
Bijna alle slachtoffers zijn sjiitische moslims uit het zuiden van het land, die zich daar hadden verzameld om werk te zoeken. Ruim tachtig van hen raakten gewond.
In Hawija, ten noordoosten van Tikrit, blies een man zichzelf op in een rekruterings- en opleidingscentrum van het Iraakse leger. Hij had zich tussen de vrijwilligers begeven alvorens zijn explosievengordel tot ontploffing te brengen. Zeker 32 mensen vonden de dood en nog eens ongeveer dertig raakten gewond.
De militante soennitische moslimgroepering Leger van Ansar al-Sunna heeft gemeld achter de aanslagen in Tikrit en Hawija te zitten. In een via internet verspreide boodschap zegt het leger dat islamitische burgers of anderen die niets met de oorlog te maken hebben, niet hun doelwit zijn. Deze aanslag was echter gericht tegen „degenen die werken bij een Amerikaanse basis en de Amerikanen helpen, die dagelijks bloed van moslims vergieten.”
Bij twee zelfmoordaanslagen in Bagdad, waarvan één op een politiebureau in de zuidelijke wijk Dura, lieten zeker drie mensen het leven en vielen ongeveer tien gewonden.
Ook ander geweld in Irak eiste woensdag mensenlevens. Zo werden in de hoofdstad drie agenten van een politiebureau in de wijk Mansour doodgeschoten. Twee Iraakse militairen werden gedood toen hun konvooi werd aangevallen in een westelijke wijk van Bagdad en in Baquba doodden vier gewapende mannen een politiecommandant.
In het westen van het land, bij de grens met Syrië, zijn sinds zondag hevige gevechten aan de gang tussen Amerikaanse elitetroepen en opstandelingen. De rebellen in het westen zijn beter getraind, bewapend en georganiseerd dan die elders in Irak, liet een Amerikaanse commandant weten. Een aantal van hen draagt uniformen en kogelwerende vesten.
Tot nu toe zijn door het Amerikaanse offensief Operatie Matador in de provincie al-Anbar zeker honderd rebellen gedood. Ook drie Amerikaanse mariniers sneuvelden en het ziekenhuis in Qaim meldde dat zeker vijftien burgers zijn omgekomen. Volgens een woordvoerder van de Amerikaanse mariniers komen de meeste opstandelingen in het gebied uit het buitenland.
Diverse bronnen meldden dat de Amerikanen ook jacht maken op bommenmakers en andere betrokkenen bij zelfmoordaanslagen. Steeds meer aanslagen worden gepleegd met behulp van bomauto’s. De helft van die aanslagen is uitgevoerd door zelfmoordenaars.
Dat zijn overigens altijd buitenlanders, afkomstig uit Saudi-Arabië, Sudan of Libië. Volgens Amerikaanse officieren is nog geen enkel geval bekend van een Irakees die zichzelf heeft opgeblazen.