OR Laurus vraagt doorgaan overname
De centrale ondernemingsraad (COR) van Laurus vreest voor de banen van de 40.000 werknemers als de overname door het Franse Casino wordt verboden. De COR vroeg de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam daarom in een brief geen gehoor te geven aan de verzoeken van een negental aandeelhouders.
Negen aandeelhouders van Laurus hebben maandag de Ondernemingskamer gevraagd de overname van het supermarktconcern door de Franse branchegenoot stop te zetten. De COR noemt dit verzoek „onbegrijpelijk, omdat hiermee het voortbestaan van de onderneming wordt bedreigd.”
Samenwerking met Casino is volgens de werknemersvertegenwoordigers noodzakelijk om Laurus weer gezond te maken. De COR rept in de brief „van een actie van een zeer kleine groep aandeelhouders”, die het voortbestaan van het supermarktconcern en de continuïteit van werkgelegenheid met hun verzoek in gevaar brengt.
De negen aandeelhouders hebben volgens Laurus minder dan 1 procent van de aandelen in handen. Een van hen is een naamloze vennootschap gevestigd op Curaçao. De andere acht zijn particulieren die in België wonen. Onder hen bevinden zich vijf familieleden De Gruijter, van het voormalige gelijknamige winkelbedrijf, en twee behoren tot de familie Dreesmann.
Gezamenlijk hebben zij 1.125.000 aandelen Laurus in handen, die volgens de slotkoers gisteren van de effectenbeurs in Amsterdam in totaal ruim 1,7 miljoen euro waard zijn.
Behalve het stopzetten van de overname door Casino willen de aandeelhouders dat het beleid dat het bedrijf vanaf januari 2000 heeft gevoerd, door de Ondernemingskamer wordt onderzocht. Verder moeten volgens hen waarnemend directievoorzitter J. Hessels en de raad van commissarissen worden geschorst.
Volgens de aandeelhouders zijn de afgelopen twee jaren „desastreus” verlopen. De beurskoers is in nog geen anderhalf jaar met 84 procent gekelderd, stellen zij. De aanklagers suggereren dat er bij Laurus sprake is geweest van wanbeleid. Zij voeren op dat in nog geen drie jaar tijd drie onderling zeer verschillende strategieën zijn uitgeprobeerd. Vooral de omslag van de „multiformule-filosofie” met zes verschillende supermarktketens naar één Konmar-formule wordt als funest beschouwd.
Daarnaast is volgens hen de expansie op de veelbelovende Spaanse markt onnodig op een debacle uitgelopen. Verder wijzen zij op een uittocht van bestuurders en managers, waardoor belangrijke kennis is verdwenen.