Het is een negatieve benadering. In Dordrecht leert de ervaring echter dat positieve aandacht helpt, is de overtuiging van welzijnswerkers in de stad.

„We leven in één koninkrijk. Je stuurt ze terug naar een deel van dat gebied dat juist meer hulp nodig heeft, en helpt de Antillen nog dieper in de put", zei coördinator J. Merkies van het Sentro di Mama in Dordrecht woensdag in een reactie op plannen die het kabinet komende vrijdag bespreekt.

Sentro di Mama geeft jonge, alleenstaande Antilliaanse moeders vanuit de wijk Wielwijk begeleiding bij de opvoeding van hun kinderen en is een onderdeel van de Dordtse Welzijns Organisatie (DWO). In Dordrecht wonen relatief veel Antillianen (3200 volgens de meest recente cijfers), in Wielwijk is eenzesde van de bewoners van Antilliaanse afkomst.

Minister Verdonk (Vreemdelingenbeleid en Integratie) en minister Pechtold (Koninkrijksrelaties) willen dat rechters Antilliaanse jongeren kunnen terugsturen naar de Antillen. Antilliaanse jongeren die niet naar Nederland komen voor studie of werk, kunnen worden teruggestuurd. Dat geldt ook voor alleenstaande minderjarigen uit de Antillen en Aruba die geen voogd hebben in Nederland.

„Ook ik kwam hier alleen", schampert Merkies, als ze de plannen onder ogen krijgt en met haar hoofd schudt. „Op de Antillen kom je niet verder. Je maakt die stap. Het was anders nooit gelukt". Haar collega A. Trinidad merkt op dat woningbouwcorporaties extra gezinsleden vaak niet eens toelaten in hun huurwoningen. Trinidad: „We slapen moeiteloos met tienen op één kamer, maar dat mag hier niet".

Het tweetal is ervan overtuigd dat het overgrote deel van de Antillianen met goede bedoelingen naar Nederland reist, maar hier op een muur van onmogelijkheden botst. „Een woning krijgen ze niet zonder inkomen, aan werk of opleiding komen ze niet zonder hulp. Schulden maken gaat makkelijk. Aflossen niet. Hoe blijf je op het rechte pad?" Hoewel het aantal Antillianen in Dordrecht in de afgelopen jaren daalde, steeg het aantal jonge mannen (van 505 naar 788) en vrouwen (van 505 naar 809) dat zich in de gemeente meldde. Ze vormen volgens minister Verdonk de grootste risicogroep, maar toch heeft de stad het ergste achter de rug.

De tijd dat de Dordtse wijk Oud-Krispijn zelfs op de Antillen een slechte naam had is voorbij, stelt Trinidad. De achterstandswijk kampte eind vorige en begin deze eeuw met ernstige drugsoverlast (handel, geweld en moorden) en een grimmige sfeer (rellen en onrust). Maar positieve aandacht veranderde dat, zegt Trinidad. Antilliaanse jongens kunnen sporten, ze studeren of zijn aan het werk. „Die gasten hebben geen tijd meer om rare fratsen uit te halen".