Veilig in een vast bolwerk
Titel:
”Mijn Toevlucht en mijn hoog Vertrek”
Auteur: L. Vogelaar
Uitgeverij: Gebr. Koster, Barneveld, 2005
Pagina’s: 90 5551 346 6; 292
Prijs: € 19,90. De preek is aangrijpend, de boodschap legt beslag. Tekst die avond is Jakobus 5:29b: „De Rechter staat voor de deur.” Het is oudejaarsavond 1939. Ds. W. C. Lamain bedient het Woord in Rotterdam-Zuid. Zijn boodschap blijkt een profetisch getuigenis, als enkele maanden later Duitse tanks de Nederlandse grens passeren.
Enkele avonden voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leest een kapitein dezelfde preek van ds. Lamain voor aan een groep soldaten op de Grebbeberg.
Intussen zijn we zestig jaar verder. We herdenken. Het getuigenis van ds. Lamain staat in het boek: ”Mijn Toevlucht en mijn hoog Vertrek”, van de hand van L. Vogelaar. Het biedt een beschrijving van de Gereformeerde Gemeenten in oorlogstijd.
Oordeel en bemoediging
De oorlog trekt diepe sporen. Onzegbaar is het leed. Naast alle verwarring, zorg en verdriet in de eerste dagen, treffen de zorg om de schuld en zonde van Nederland en de bemoedigingen in nood. Ds. G. H. Kersten, predikant van Rotterdam-Centrum, was ooggetuige van het bombardement: „Toen de straten tot in de nabijheid van onze woning in vuur en vlam werden gezet en zelfs ziekenhuizen in puin werden geworpen, werd ik verwaardigd onder Gods recht te buigen en Zijn majesteit in de oordelen te aanbidden. Gods genade vernedert en die vernedering schonk mij rust.”
We vinden ook treffende bemoedigingen. Op 19 mei spreekt ds. Lamain over Jer. 1:11: „Ik zal wakker zijn over mijn Woord om dat te doen.” Hij zegt vast te geloven dat de 79 mannen uit de gemeente die onder de wapenen dienen, veilig zullen terugkeren. Hoewel vaak bestreden, de Heere maakt Zijn Woord waar: het geloof wordt werkelijkheid. ”Mijn Toevlucht en mijn hoog Vertrek”.
De oorlog en de zorgen stempelen het kerkelijke leven. Het Woord dat soms krachtig spreekt in bange dagen geeft troost. Verschillende predikanten moeten verantwoording afleggen aan de bezetter. Na de verjaardag van koningin Wilhelmina preekt ds. Verhagen over: „Doch David sterkte zich in de Heere zijn God.” Hij wijst op de parallel tussen de omstandigheden van David en de koningin. Door de onduidelijke uitspraak verwart een spionerende luisteraar Ziklag met Hitler.
Een dag later rijdt de overvalwagen voor. Ds. Verhagen mag zich met vrijmoedigheid op het bureau van de Gestapo verantwoorden. De Duitsers dreigen met strenge straffen, maar laten hem uiteindelijk gaan.
Het medeleven tussen de kerkelijke gemeenten onderling is hartverwarmend. In het herdenkingsboek vinden we echter ook aanvullingen en persoonlijke dimensies terug rond verwijdering en onbegrip door een verschillende houding ten opzichte van de bezetter. Het beoordelen van de eigen tijd was ook toen niet eenvoudig.
Naar de bevrijding
Het uitzien naar de bevrijding is groot, de teleurstelling na Dolle Dinsdag en operatie Market Garden sterk. Aangrijpend is de verwoesting van Westkapelle. In molen De Roos, ook wel de molen van Theune genoemd, komen 47 dorpelingen om het leven. Ze dachten een veilige schuilplaats te vinden, maar het water -Walcheren werd onder water gezet- overrompelt hen. Puin verspert de uitgang van hun schuilplaats, zodat ze jammerlijk verdrinken. Slechts twee mensen weten te ontsnappen. Een van hen krijgt door een kleine opening zijn kind aangereikt door zijn vrouw. Zij verdrinkt, haar man en het kind overleven het drama.
Ouderling Sanderse ziet hoe een kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeenten door de luchtdrukverplaatsing als gevolg van ontploffingen als een kaartenhuis in elkaar stort. Hij vlucht niet: drie weken eerder is hij bepaald bij Psalm 91:1 ”Die in Godes bewaring sterk/ Dien woont in een vast bollewerk.” (Datheen). Met zijn vijf kinderen overleeft hij het bombardement en het water. Opnieuw blijkt: ”Mijn Toevlucht en mijn hoog Vertrek”.
Het boek geeft een boeiend overzicht van de oorlogsjaren. Veel onbekende gebeurtenissen gaan leven. Gods werk krijgt een plaats in het leven van mensen. Wie het boek leest, komt onder de indruk van de zoektocht door notulen, archieven en persoonlijk overleveringen. Dat is het echter ook gebleven: een zoektocht. Veel vragen wachten nog op antwoord. En veel fragmenten zijn kort, missen vaak de context.
Wie studie maakt van de Gereformeerde Gemeenten in de oorlogstijd zal ook andere bronnen moeten raadplegen. Een duidelijker beschrijving van het doel dat de schrijver met zijn boek voor ogen heeft en een afbakening ten opzichte van bestaande literatuur had het boek wellicht meer diepgang gegeven.