Cel geëist voor dodelijke overval
Voor het gerechtshof in Leeuwarden zijn dinsdag tegen G. van der L. en J. K. celstraffen van respectievelijk zeven en vijf jaar geëist voor een overval die een 60-jarige man wegens hartfalen het leven kostte.
Het openbaar ministerie acht beide verdachten verantwoordelijk voor de dood van de Groninger.
In juli vorig jaar beraamden de verdachten samen met twee anderen een overval op het slachtoffer in in zijn huis in Groningen. De man zou een kluis vol geld en sieraden hebben. Een of twee van de verdachten zouden het huis van de man zijn binnengegaan en hem traangas of pepperspray in de ogen hebben gespoten. De man kwam ten val en overleed nog dezelfde dag aan hartfalen.
Het hoger beroep in de Friese hoofdstad kende een opvallend verloop. Van der L. ontkent in de woning van het slachtoffer te zijn geweest. Zijn kompaan P. E., die erkent in de woning te zijn geweest, heeft altijd gezegd dat Van der L. ook in de woning was. Toen E. voor het hof verklaarde dat Van der L. niet in de woning was geweest, stapte zijn raadsman, K. van der Linde, op. Hij wilde zijn cliënt, zonder een reden te geven, niet meer verdedigen. De zaak tegen E. werd uitgesteld en tegen hem is dan ook nog geen eis geformuleerd.
De vierde betrokkene werd door de rechtbank in Groningen eerder veroordeeld tot zes jaar celstraf. Zij ging niet in hoger beroep.
Door het nieuwe licht op de rol van Van der L. wil zijn advocaat dat hem de dood van de 60-jarige man niet wordt aangerekend. K.’s advocaat hield een vergelijkbaar pleidooi.
Het gerechtshof doet op 24 mei uitspraak.