Jezus zei tegen die onbekeerde schare en tegen de vrouwen die Hem volgden: „Weent niet over Mij.” Alsof Hij zei: Het is slechts een natuurlijke aandoening, omdat u Mij niet recht kent en niet recht bemint, noch recht in Mij gelooft. Uw tranen kunnen Mij daarom niet aangenaam zijn. Weent niet over Mij, Die spoedig uit al dit lijden als een heerlijke overwinnaar tevoorschijn zal komen. Weent over uzelf en uw kinderen.Al onderging de Heiland gewillig dit lijden, u moet niet denken dat dit ongewroken blijft. Nee, God zal dit bloed van uw hand en de hand van uw kinderen eisen. O, hadden ze ogen om te zien wat hun boven het hoofd hing, ze zouden veel meer wenen over hun eigen zonden en het rampzalig lot van hun kinderen, dan Jezus’ ongeluk bewenen.

Het Jodendom was zo’n hardnekkig volk geworden en haar kinderen een zaad van boosdoeners, daar zij in helse boosheid de Zoon van God hebben versmaad en uitgeroepen hebben: Kruis Hem, Kruis Hem! Zijn bloed kome over ons en onze kinderen. Zo zou God ook in Zijn rechtvaardige verbolgenheid de misdaad der vaderen bezoeken aan de kinderen en zij beiden zouden worden verbroken.

Meinardus Antonidus, predikant te Onderwierum (Leerredenen, 1753)