CNV komt met bandbreedte in looneis
Het CNV komt voortaan met een ”coördinatiepercentage” in plaats van een centrale looneis. Hiermee zorgt de bond opnieuw voor een verrassing. Op Prinsjesdag kondigde het CNV al aan de looneis voorlopig achterwege te laten. De bandbreedte voor de aanstaande onderhandelingen ligt tussen de 2,25 en de 4 procent.
De FNV houdt alles bij het oude. De vakcentrale volhardt in de eerder betrokken stelling dat 4 procent bij het aanstaande arbeidsvoorwaardenoverleg het maximale percentage is waarop de aangesloten bonden kunnen inzetten. Unie MHP, de kleinste vakcentrale, heeft bij de presentatie van de nieuwe economische ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) begin deze maand de loonvraag van 3,5 naar 3 procent verlaagd.
„Wij willen niet meer met uniforme percentages komen”, legde CNV-voorzitter Terpstra gisteren uit. „Voortaan werken we met bandbreedtes. Daarmee komen we tegemoet aan de diversiteit van de verschillende sectoren.” Terpstra noemde 3,25 procent als percentage dat door de bank genomen het „maximum is dat je nu kunt vragen.”
Het CNV heeft met Prinsjesdag geen looneis gesteld vanwege de onzekerheid na de aanslagen in de VS. Anderhalve maand later erkent Terpstra definitief: „De seinen staan op rood.” Aan de andere kant signaleert hij dat werknemers in veel bedrijven een werkelijkheid ervaren die „haaks” op het sombere macro-economische beeld staan. Bovendien blijft het debat over de topinkomens „roken in onze ogen.”
Bonussen
Bij de komende onderhandelingen staat het CNV minimaal behoud van koopkracht voor ogen. Dit verklaart direct de ondergrens van 2,25 procent als „startpunt voor de discussie.” Over het openbreken van CAO’s, zoals MKB-Nederland-voorzitter De Boer onlangs bepleitte, is Terpstra kort: „We moeten voorkomen dat we het beeld creëren dat Nederland in brand staat.” Wel is hij van mening dat de nieuwe CAO’s een looptijd van hooguit een jaar moeten krijgen. In dat geval kan de koers tijdig worden bijgesteld.
De FNV kan zich ook vinden in CAO’s met een looptijd van maximaal een jaar. „Dat verkort de remweg”, verklaarde CAO-coördinator Van der Kolk gisteren. De vakcentrale ziet ook na de nieuwe cijfers van het CPB geen aanleiding de looneis van maximaal 4 procent te verlagen. „Een minimum, zoals het CNV dat doet, stellen wij niet. Maar een loonontwikkeling onder inflatieniveau is een utopische gedachte.”
„Wij zijn niet de enigen die een bijdrage moeten leveren om de economie weer op zijn pootjes te krijgen”, vond Van der Kolk. Ook werkgevers en het kabinet moeten hun verantwoordelijkheid nemen. „De loonstijgingen van de afgelopen jaren zijn door alle bonussen en andere extraatjes vooral de schuld van de werkgevers.”
Waar Terpstra het licht betreurde dat het CNV in deze moeilijke tijd niet met de FNV tot een vergelijk kon komen over een parallelle looneis, zag Van der Kolk het van de zonniger kant. „De kans is groot dat FNV en CNV bij de CAO-onderhandelingen naar elkaar toe groeien. Zij beginnen laag, en wij beginnen hoog.”
Om de werkgevers tegemoet te komen, wierp zowel het CNV als de FNV gisteren alvast een visje uit. Een visje uit de vijver van het Rijk welteverstaan, want beide vakcentrales spelen met de mogelijkheid overschotten uit de sociale fondsen aan te wenden voor lastenverlichting. Voor Van der Kolk is het afromen van reserves uit het werkloosheidsfonds bespreekbaar. Voorwaarde is dat er voldoende geld in het fonds overblijft voor het geval de werkloosheid ineens explosief stijgt.
Aan de reserves van het WAO-fonds wil de FNV-bestuurder voorlopig niet komen. Die bewaart hij liever voor een eventueel nieuw WAO-stelsel naar het idee van de commissie-Donner. Gedeeltelijk arbeidsongeschikten dreigen er in inkomen op achteruit te gaan. De reserves zouden als aanvulling kunnen dienen.
Terpstra toonde zich terughoudender. „Het leeghalen van de kassen van de sociale fondsen is niet aan de orde.”