Aanslagen zaaien dood en verderf in Birma
Aanslagen hebben zaterdag in de Birmese hoofdstad Rangoon dood en verderf gezaaid. Volgens de laatste cijfers van de autoriteiten in het Zuidoost–Aziatische land kwamen zeker elf personen om het leven, ruim 162 raakten gewond.
Aanvankelijk was een nog groter bloedbad met tientallen doden gevreesd.Vrijwel gelijktijdig vonden bij een handelscentrum en in twee overvolle winkelcentra explosies plaats. De aanslagen waren zaterdagavond nog niet opgeëist. Rangoon uitte het vermoeden dat „destructieve elementen", zoals opstandelingen, achter de terreur zitten.
De militaire autoriteiten doen nauwelijks mededelingen. Woordvoerders van ziekenhuizen meldden dat zij werden overspoeld door doden en gewonden.
De ontploffingen deden zich omstreeks drie uur ’s middags (half elf ’s ochtends onze tijd) vrijwel tegelijkertijd voor in het Yangon Trade Center in een oostelijke buitenwijk en twee winkelbedrijven in het noorden en westen van de stad.
De explosies van zaterdag zijn de laatste in een reeks aanslagen in het land, dat sinds 1952 door het leger wordt geregeerd. Eind vorige maand ontplofte een bom op een drukke markt in de stad Mandalay. Daar vielen drie doden en vijftien gewonden. De junta zei toen ook al dat rebellen achter de aanslag zaten.
De aanslagen kwamen op de dag dat ministers van Buitenlandse Zaken uit Europa en Azië bijeenwaren in Japan. Zij gaven daar een verklaring uit waarin zij er bij de junta van Birma op aandringen om haast te maken met democratische hervormingen.