In vergelijking met andere landen in Europa geven Nederlandse ouders minder gemakkelijk de zorgtaak voor hun kinderen uit handen. In onder meer de Scandinavische landen zorgen veel vaker anderen dan de ouders volledig voor de baby’s en peuters.

Nederlandse ouders vinden die volledige uitbesteding „onwenselijk.” Zij willen hun kinderen hooguit twee à drie dagen per week naar de opvang brengen, constateerde de Gezinsraad vrijdag.

Het is de jonge ouders niet alleen om het geld te doen. Een betaalbare kinderopvang alleen is echter niet voldoende. De ouders willen ook zeker weten dat de kinderen goed opgevangen worden. En daar twijfelt een flink aantal aan. „Kostenreductie helpt maar een deel van hen over de streep. De overheid zou veel zwaarder moeten inzetten op kwaliteit, ouders meer vertrouwen moeten geven dat het kind goede zorg ontvangt”, stelt directeur E. Hooghiemstra van de Nederlandse Gezinsraad.

De raad onderzocht hoe partners de taken van werk en zorg voor de kinderen verdelen. De resultaten worden komend najaar in detail gepresenteerd.

Met het oog op de Internationale Dag van het Gezin op 15 mei gaf de raad vrijdag alvast een schot voor de boeg.

Eind vorig jaar bleek uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat het aantal mensen dat vrouwen geschikter vindt voor de opvoeding van kleine kinderen, de afgelopen jaren is toegenomen. SCP en CBS concludeerden toen dat een grotere bijdrage van mannen aan zorgtaken voor slechts een op de tien vrouwen reden is om meer te gaan werken.

De bureaus meldden toen dat „vrouwen zich naar verwachting weer eerder zullen terugtrekken van de arbeidsmarkt of minder gaan werken en mannen wel meer zullen gaan werken.”