Werkdruk voor rechter blijft hoog
De werkdruk voor rechters blijft hoog. Er werden vorig jaar weliswaar 13 procent meer zaken afgehandeld, maar ook werden 13 procent meer zaken aangebracht in vergelijking met 2003. Er waren vooral meer lichtere zaken voor de kantonrechter. Het aantal vreemdelingenzaken nam af.
Dat blijkt uit het jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak over 2004, dat vrijdag uitkwam. De rechterlijke macht wist meer zaken af te handelen door personeel aan te trekken en doelmatiger te werken. Ook in 2003 was er sprake van een forse stijging -14 procent- van het aantal afgehandelde zaken, ten opzichte van 2002. De raad stelt daarmee dat de rechters de stijging van nieuwe zaken kunnen bijhouden.
In totaal kregen de rechters in 2004 samen ruim 1,75 miljoen nieuwe zaken binnen en werden er bijna 1,77 miljoen zaken afgehandeld. Verreweg de meeste zaken, ruim 1 miljoen, zijn kantonzaken. Verder waren er ruim 250.000 civiele rechtbankzaken en ruim 230.000 strafzaken.
Door de hogere productie nam in het algemeen de doorlooptijd af, zeker bij de strafzaken. Bij strafzaken voor de meervoudige kamer moesten verdachten na de eerste zitting in 2004 gemiddeld 102 dagen wachten op het eindvonnis. In 2003 was dat nog 139 dagen. Een enkelvoudige strafzaak werd vorig jaar in 42 dagen afgewikkeld, tegenover 51 dagen in 2003. Ook de kinderrechter werkte sneller: daar was de doorlooptijd vorig jaar 43 dagen, terwijl in 2003 de teller op 62 dagen stond.
De raad voerde vorig jaar bij drie gerechten een tevredenheidsonderzoek uit. Tussen 2001 en 2004 werden 21 van dit soort onderzoeken gehouden, waaruit volgens de raad het beeld ontstaat dat driekwart van de rechters, advocaten, en officieren van justitie tevreden is over het functioneren van de rechterlijke macht. De algemene tevredenheid bij rechtzoekenden is met tweederde echter lager.