„Met opa, de weg is weer los”
Verwrongen vliegtuigonderdelen en drie zware bommen van Britse makelij liggen keurig uitgestald op een terrein bij een boerderij in het Twentse Bentelo. Oogst van de Tweede Wereldoorlog en oorzaak van uiterst strenge veiligheidsmaatregelen vrijdag in het dorpje.
Politieauto’s komen en gaan. Uitvalswegen zijn hermetisch afgesloten. Niemand die in de buurt van de explosieven kan komen, behalve wat mensen van de media. Zeventig buurtbewoners van de plek zijn geëvacueerd. Noodverordening. In het dorp is afgezien van wat agenten nauwelijks iemand te zien. Bentelo lijkt op deze vrijdagmiddag een vesting.
De demontage vrijdag van drie Britse 1900-ponders uit de Tweede Wereldoorlog was voor de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) een noviteit. Nooit eerder ontmantelde de EOD zulke zware vliegtuigbommen. Een eerder geplande demontage werd afgeblazen omdat het bergingsteam onder leiding van kapitein H. Spierings van de Koninklijke Luchtmacht op een diepte van 16 meter een derde bom aantrof.
De EOD stelde ook vast dat er geen vierde bom in het weiland lag, terwijl uit onderzoek is gebleken dat het toestel vier exemplaren aan boord had. Waar de vierde bom gebleven is, is een raadsel, zei Spierings vrijdag.
De explosieven zijn afkomstig uit een Britse bommenwerper Shorts Stirling Mk.1. In de nacht van 27 op 28 augustus 1942 vloog een groep bommenwerpers een missie naar het Duitse Kassel. Kassel was een belangrijke industriestad met onder meer de fabrieken van Henschel Lokomotieve, die ook vliegtuigen bouwden, en de Fiesler-vliegtuigfabriek. Kassel was ook een belangrijk knooppunt voor transport en communicatie.
De vloot van 306 bommenwerpers bestond uit vijf verschillende types. Tijdens deze aanval op Kassel gingen 21 Wellingtons, 5 Stirlings, 3 Lancasters, 1 Halifax en 1 Hampden verloren. Voornamelijk door de activiteiten van Duitse nachtjagers. Bij de aanval werden de drie fabriekshallen van de Henschel-vliegtuigfabriek alle vernietigd.
De radarstelling Fox op Fliegerhorst Twente, de huidige vliegbasis Twente, onderschepte de formatie. Het is bekend dat de Duitse Oberleutnant Wolfrat Bauer even na middernacht op 3500 meter de bommenwerper omlaagschoot. Het toestel raakte in een spin en stortte neer. De schutter, flight sergeant G. A. Smith, heeft nog een poging gedaan om met de parachute het vliegtuig te verlaten, maar overleefde zijn val niet. Hij is het enige bemanningslid dat is geïdentificeerd.
De bergingsdienst van de luchtmacht heeft de menselijke resten van de overige bemanningsleden geborgen. Nog niet alle overblijfselen zijn geïdentificeerd, maar wel is zeker dat alle geregistreerde bemanningsleden in het weiland zijn omgekomen.
Naast de overblijfselen van de bemanning, heeft de dienst ook veel boordmunitie en twee vliegtuigmotoren uit de grond gehaald.
Rond het middaguur kunnen buurtbewoners weer terugkeren naar hun woning. Een van hen is agrariër M. Herstgerink die tegenover de locatie woont waar de bommen zijn opgegraven. Hij vindt het niet erg dat hij een poosje zijn huis uit moest. „Mijn vrouw en ik zijn even elders geweest. Een goede zaak dat de gemeente dergelijke veiligheidsmaatregelen nam. De communicatie vanuit de gemeente Hof van Twente over de operatie was trouwens uitstekend.”
Herstgerink zag in de afgelopen weken tal van ramptoeristen langs zijn raam trekken die toch een glimp van de werkzaamheden wilden opvangen. Zelf voelde hij zich niet zo betrokken bij de situatie. „Ik wist niet eens dat hier in de oorlog een vliegtuig was neergestort.”
Niet veel later rijdt een militaire vrachtwagen onder begeleiding van politiemotoren naar het zanddepot De Bree bij Goor waar de explosieven tot ontploffing worden gebracht. Een oudere man in het plaatselijk dorpscafé, fanatiek bezig met een potje biljarten, stoot zijn maten aan en grijpt zijn mobiele telefoon om het thuisfront te bellen. „Met opa, de weg is weer los!”