Mkb minder concurrerend
De concurrentiekracht van het midden- en kleinbedrijf verslechtert. Als oorzaken noemt brancheorganisatie MKB-Nederland de druk op de arbeidsmarkt, loonstijgingen van gemiddeld 3 procent en achterblijvende arbeidsproductiviteit. Ook de afnemende bereidheid tot exporteren geeft reden tot zorg.
Desondanks had voorzitter H. de Boer van MKB-Nederland maandagtot zijn „grote vreugde” weer iets „redelijk positiefs” te melden. Bijna driekwart van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf meent namelijk dat het Nederland economisch weer beter zal gaan. „Daarmee zitten we weer op het peil van medio 2001.” Vorig kwartaal gaf net iets meer dan de helft van hen een optimistische inschatting.
Volgens MKB-Nederland, dat elk kwartaal onderzoek doet naar de economische situatie bij de achterban, wordt het macrobeeld beïnvloed door het positieve beeld dat politici, beleidsmakers en voorspellers uitdragen. Wat terughoudender zijn de ondernemers over hun eigen bedrijf. Het microbeeld is meer gebaseerd op de dagelijkse realiteit in de bedrijven zelf, duidt de brancheorganisatie het verschil.
Mkb-ondernemers zijn wel positiever over de omzetontwikkeling en zeker over de orderportefeuille. Een achterblijvende omzet bij een stijgende afzet wijst echter op versterkte prijsconcurrentie, wat betekent dat de winstmarges onder druk staan. De ondernemers zijn daarom gematigd positief over de winstontwikkeling. „Ondernemers zien kansen, maar er is veel onzekerheid”, verklaart het onderzoek het hinken op twee gedachten.
Met de groei van de werkgelegenheid gaat het de goede kant op. De mkb-ondernemers verwachten voor dit jaar een toename van 65.000 nieuwe banen. In het vorige kwartaal lag deze verwachting 10.000 banen lager. In het eerste kwartaal van dit jaar kwamen er 20.000 nieuwe banen bij, overigens 12.500 minder dan in dezelfde periode in 2001.
In de eerste drie maanden steeg verder het aantal openstaande vacatures met 30.000 naar 131.000. De Boer: „Daar zie je in welke rare situatie Nederland zit.” Er is met name vraag naar goed opgeleide technische vakmensen in de ’maak’-sectoren dienstverlening, industrie en bouw. Meer dan de helft van de vacatures is afkomstig uit het westen van het land.
Het stijgende vertrouwen krijgt uitdrukking in de toenemende bereidheid tot investeren. Zes op de tien mkb-ondernemers verwachten dit jaar te gaan investeren. Voor De Boer is dit een hoopvol gegeven, dat hij zelfs „het scherpste” uit het onderzoek vindt springen. „Investeringen gaan de arbeidsproductiviteit verder omhoogstuwen, wat zich in een stevige banengroei kan gaan vertalen.”
Minder fraai is de afnemende belangstelling van het mkb voor de export. MKB-Nederland wijst de verslechterde concurrentiepositie en de verslechterde economische situatie in belangrijke exportlanden als Duitsland en de Verenigde Staten als reden aan voor de sceptische houding. „We slagen er maar niet in het mkb massief een internationale oriëntatie mee te geven”, zei De Boer. „Die terugloop vind ik echt verdrietig. Als er onder invloed van de internationale conjunctuur een nieuwe concurrentieslag losbarst, lijkt Nederland niet goed genoeg gepositioneerd om marktaandeel te behouden.”
Als de euro in de loop van dit jaar aan kracht gaat winnen ten opzichte van de dollar, een scenario waarmee veel analisten momenteel rekening houden, komt het marktaandeel verder onder druk. Nederlandse bedrijven exporteren eenderde van de productie naar landen buiten de eurozone. Voor de overige eurolanden ligt dat op een kwart, zodat deze minder gevoelig zijn voor een hogere eurokoers.
Om de afhankelijkheid van Duitsland en de VS te verkleinen, bepleit MKB-Nederland meer aandacht voor Oost-Europa. Het beleid van de Nederlandse regering zou moeten voorzien in mkb-vriendelijke kredietverzekeringen, subsidies toegespitst op het mkb, verbeterde kennis door het sturen van handelsmissies en uitbreiding van het aantal steunpunten in Oost-Europa.
De Boer: „Tegen de prijsconcurrentie op de Europese markt is de Nederlandse maaksector momenteel niet opgewassen. En als econoom denk je: Nou, die druk op de dollar wordt echt een probleem. Het is maar goed, dat de doorsnee ondernemer géén econoom is. De ridders van het kleinkapitaal zitten weer fier te paard. Ze zien het zitten, ze gaan ervoor en ze durven weer. Dat is het positieve.”