Wilhelmina had haar eigen monument
Koningin Beatrix en prins Willem-Alexander legden woensdagavond -4 mei- een krans bij het Nationaal Monument op de Dam. Ze staan daarmee in een Oranjetraditie. Al sinds 1945 is het Koninklijk Huis betrokken bij de herdenking van de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog.
Na de officiële Bevrijding van Nederland op 5 mei 1945 besloot de regering-Gerbrandy dat het eerste nationale bevrijdingsfeest nog datzelfde jaar op de verjaardag van koningin Wilhelmina gehouden zou worden. Voorafgaand daaraan, op de avond van 30 augustus, werden de gevallenen herdacht. Honderdduizenden liepen mee in stille tochten naar plaatsen die inmiddels symbool stonden voor verzet of terreur. Dat gebeurde onder andere op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag.
In die stad werd dat jaar ook de Commissie Nationale Herdenking 1940-1945 opgericht. Omdat de stille tochten op 30 augustus 1945 zo indrukwekkend waren geweest en veel mensen op de been hadden gebracht, wilde de commissie er een nationale traditie van maken. Bevrijdingsdag viel op 5 mei en omdat iedereen vond dat herdenken voor vieren moest plaatsvinden, besloot de commissie dat de plaatselijke herdenkingen op de avond van 4 mei gehouden zouden worden. Het centrale onderdeel werd de twee minuten stilte na de klok van acht uur.
Tante Riek
Koningin Wilhelmina hechtte veel waarde aan de herdenking van gevallen verzetsmensen en militairen. In de eerste jaren na de oorlog bezocht zij op verschillende plaatsen herdenkingen. Bijvoorbeeld in Kamp Vught en bij Woeste Hoeve op de Veluwe. Volgens ”royalty watcher” Fred Lammers uit Baarn was zij ook privé betrokken bij de herdenking van gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog.
Lammers, die meer dan negentig boeken over het Koninklijk Huis heeft geschreven, memoreert de herinneringstafel van koningin Wilhelmina in Paleis Het Loo. „Dat was uiteindelijk een soort monument, met daarop portretten van verzetsstrijders, onder anderen ”tante Riek” uit Winterswijk. Een diepgelovige vrouw uit het volk, die zich in de oorlog ontpopte als verzetsheldin. Ook andere zaken uit de oorlog vonden in haar privé-museum een plaatsje.”
Koningin Wilhelmina ontving volgens Lammers regelmatig oud-verzetsstrijders op Het Loo. „Ook verzond zij persoonlijke briefjes naar verzetsweduwen.”
Adjudant
Geen enkel lid van het Oranjehuis kan volgens de oud-redacteur van het dagblad Trouw van desinteresse in de Tweede Wereldoorlog worden beticht. Lammers: „Voor herdenkingen zijn ze altijd te porren. Tot vorig jaar was prins Bernhard aanwezig bij de herdenking van gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog in Baarn. Zolang het voor koningin Juliana mogelijk was, was zij daar ook bij, zelfs toen ze Koningin was. De herdenking op de Dam in Amsterdam werd vanaf 1959 tot ongeveer 1980 om 16.00 uur ’s middags gehouden en die in Baarn om 18.00 uur.
Prins Bernhard heeft zich ook persoonlijk ingezet om het monument in Baarn de uitstraling te geven die het nu heeft, met een in 2001 toegevoegde plaquette die de namen van de Baarnse verzetsstrijders vermeldt. Hij stuurde ook regelmatig zijn adjudant naar de besprekingen daarover.”
Wilhelmus
De betrokkenheid bij 4 en 5 mei is niet aan de koninginnen en hun echtgenoten voorbehouden. In 1955 was de voltallige koninklijke familie aanwezig bij de herdenking van tien jaar Bevrijding. Prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven wonen regelmatig de herdenking in Apeldoorn bij. Lammers: „Ook op andere momenten dan op 4 mei loopt de koninklijke familie warm voor herdenkingen. Onlangs verrichtten prins Willem-Alexander en prinses Máxima de opening van het nieuwe Nederlandse tentoonstellingspaviljoen in het voormalig concentratiekamp Auschwitz. Pas op het laatste moment bleek dat ook Máxima daarbij aanwezig was.”
De Oranjes zingen volgens Lammers ook trouw mee met het Wilhelmus. „Zaterdag zag ik dat zelfs Máxima het in de Ridderzaal volledig meezong.”
Hoewel hun betrokkenheid bij het thema de Tweede Wereldoorlog onmiskenbaar is, is het voor de koninklijke familie niet mogelijk zich inhoudelijk met 4 en 5 mei in te laten. „Op de Dam mogen zij alleen een krans leggen. Dat is alles. Wel is er in al die jaren veel aan de herdenking veranderd. Altijd was er koraalmuziek, maar de gedichten en voordrachten zijn van de laatste jaren.”