Makelaars in hoppers en cutters
De verkoop van twee Amerikaanse cutterzuigers aan China, een Poolse hopper aan Rusland, een cutterzuiger van Korea aan China en nog een hopper aan Bahrein - de activiteiten van baggermakelaardij Boogaard Sliedrecht strekken zich meer en meer wereldwijd uit.
In eigen land valt er voor de makelaar in maritiem materieel steeds minder te verhapstukken. Er is minder en er wordt meer gesloopt. De clustering van de baggerbedrijven is hier debet aan. Dankzij automatisering kunnen zij sneller inspelen op de ontwikkelingen in vraag en aanbod.„De tijd dat ik langs de dijk tussen Hardinxveld en Papendrecht liep om materieel aan te bieden, is echt voorbij”, stelt Geurt van Leeuwen, managing director van Boogaard, zonder spijt vast. Toen Van Leeuwen dertig jaar geleden begon, maakte hij nog mee dat hij zelf bakken in de teer moest zetten. De tijden zijn veranderd.
Door een concentratie op zijn kernactiviteit heeft het bedrijf nauwelijks eigen materieel meer. „We leggen ons volledig toe op de aan- en verkoop in opdracht van derden. Onze werkzaamheden verschuiven naar het Midden-Oosten en het Verre Oosten. Dat heeft ermee te maken dat het baggerwerk van de Nederlandse en de Belgische aannemers zich ook steeds meer in die regio’s afspeelt, maar we doen daar ook zaken met plaatselijke baggerbedrijven. Ze worden ingehuurd door de grote jongens of ze hebben zelf behoefte aan bakken of zuigers.”
Met een geautomatiseerde database bereikt Boogaard 3000 potentiële gegadigden. Alle aan de baggermarkt gerelateerde bedrijven zijn daarin opgenomen, verdeeld in de rubrieken grote baggerbedrijven, kleine baggerbedrijven, consultants, havenbedrijven, droge aannemers, rederijen, professionele tussenpersonen, overheden, zand- en grindbedrijven en sleepbooteigenaren.
Honderden eenheden verwisselden de afgelopen jaren van eigenaar. In de grote range bevinden zich de oude Vasco da Gama, de Geopotes IX, de Apollo en de Poseidon. Het grootste schip dat het bedrijf ooit verkocht was een cutterzuiger (16.000 kW) van Korea aan China.
Boogaard maakt dankbaar gebruik van de digitalisering. „We sturen regelmatig gerichte mailings”, zegt senior broker Erik Wiegers. „Een paar jaar geleden duurde het een week om foto’s naar Nigeria op te sturen en duurde het nog eens een week voordat we een reactie kregen. Nu sturen we films van een object en kun je binnen een halfuur een reactie verwachten.”
Er is volgens de makelaars geen sprake van een malaise in de sector, hoewel ze in Nederland en Europa minder werk hebben. „Het is ons gelukt aansluiting te vinden bij het baggerwerk elders. Je ziet ook dat Nederlandse schepen door de clustering worden afgestoten en naar het buitenland verdwijnen. Verder is er een enorme schaalvergroting geweest. Kleinere schepen komen daardoor ook in de verkoop. Bovendien moeten hoppers verder de zee op om zand op te baggeren. Dat veroorzaakt ook een verandering in de vraag naar materieel.”
Gemiddeld staan er in de database zo’n vijftig eenheden. Per jaar veranderen twintig tot veertig vaartuigen van eigenaar. Daar is tussen de 15 en de 30 miljoen euro mee gemoeid. Boogaard werkt op basis van ”no cure, no pay”. Als de aan- of verkoop doorgaat, brengt de baggermakelaar een van tevoren afgesproken percentage in rekening.
De omzet wisselt per jaar. „Soms heb je aan drie grote schepen per jaar voldoende. Dat betekent niet dat we de kleine veronachtzamen. Dat werk pakken we met evenveel plezier op. Maar het is arbeidsintensiever en soms ook moeilijker om die aan de man te brengen. Soms willen verkopers niet dat hun materiaal aan een bepaald land wordt verkocht, omdat ze daar zelf aan de slag zijn. Nigeria bijvoorbeeld.”
Van Leeuwen en zijn collega’s voeren meestal zelf de inspectie uit op een aangeboden vaartuig. Bij schade aan het materieel schakelen de makelaars experts in, zoals Woerkom Nobels en Van Veen uit Sliedrecht, voor een rapportage over de technische conditie. Grote bedrijven hebben daar hun eigen technische dienst voor.
Hoewel het beroep makelaar niet meer beschermd is, zijn er geen anderen die zich aan deze nichemarkt wagen. Daarvoor is het te gespecialiseerd. „Iedere makelaar kan een baggerschip te koop aanbieden. We hebben geen alleenrecht, maar wij hebben ons er wel het meest op toegelegd. Het komt ook voor dat we niet aan een klus beginnen als de prijs-kwaliteitverhouding in onze optiek niet goed is. We geven dan het advies te slopen.”
Het werk van de baggermakelaars omvat verder taxaties en koop- en verkoopbegeleiding, waarbij ze eventueel andere instanties en partijen inschakelen, zoals het scheepskadaster, expertise- en classificatiebureaus. Wiegers: „Je moet niet denken dat een baggerschip binnen de kortste keren verkocht is. Soms gaat er meer dan een jaar overheen.”