Opinie

Herdenk de Tweede Wereldoorlog

Nederland staat stil bij de zestigste verjaardag van de bevrijding van de Duitse overheersing. Er leven echter openlijk twijfels over het nut om ook in de toekomst het einde van de Tweede Wereldoorlog te herdenken. Prof. dr. H. W. van den Doel

4 May 2005 08:45Gewijzigd op 14 November 2020 02:30
„De Dodenherdenking op 4 mei en Bevrijdingsdag op 5 mei moeten nadrukkelijk met de Tweede Wereldoorlog verbonden blijven. Het geschiedverhaal kan tot nadenken stemmen.” Foto ANP
„De Dodenherdenking op 4 mei en Bevrijdingsdag op 5 mei moeten nadrukkelijk met de Tweede Wereldoorlog verbonden blijven. Het geschiedverhaal kan tot nadenken stemmen.” Foto ANP

spreekt zich uit voor het levend houden van de herinnering aan deze periode. Zo suggereerde namens het kabinet minister Rita Verdonk in januari van dit jaar Bevrijdingsdag om te bouwen tot een ”dag van de democratie en van de binding”. Zij had deze gedachte opgedaan tijdens een bezinningsbijeenkomst met allerlei maatschappelijke organisaties in de Haagse Ridderzaal.

Vage motto’s
Enerzijds is het natuurlijk onvermijdelijk dat het karakter van de viering en de herdenking van de Bevrijding verandert. De eerste viering van de Bevrijding, die overigens in 1945 niet op 5 mei plaatsvond, maar op de verjaardag van koningin Wilhelmina, op 31 augustus 1945, werd voorafgegaan door stille tochten die in het gehele land werden gehouden naar plaatsen waar mensen tijdens de oorlog door de Duitse bezetters waren gefusilleerd. De herinnering aan de bezetting was nog vers en monumenten schoten als paddestoelen uit de grond.

De Nederlandse regering besloot met ingang van 1946 voortaan op 4 mei de doden te herdenken en op 5 mei de Bevrijding te vieren. Pas in 1954 werd overigens besloten tot een nationale viering van 5 mei, een besluit dat vier jaar later al weer werd afgezwakt door over te stappen op een viering eens in de vijf jaar. Het waren de tijden van wederopbouw waarin vooral voorwaarts werd gekeken, niet achterwaarts.

In de jaren zestig en zeventig keerde de belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog weer terug, met daarbij een toenemende aandacht voor de vervolging van de joden. In 1986 werd het Nationaal Comité 4 en 5 mei opgericht, dat tot taak kreeg de dodenherdenking en Bevrijdingsdag beter op elkaar af te stemmen. Pas in 1990 werd echter de 5e mei tot een nationale feestdag gemaakt, hoewel werknemers in het bedrijfsleven in de regel slechts om de vijf jaar een vrije dag werd gegund.

Echt serieus is Bevrijdingsdag met andere woorden nimmer geworden. Behield de dodenherdenking op de 4e mei een duidelijke relatie met de Tweede Wereldoorlog, voor de 5e mei werd in toenemende mate een modernere invulling gezocht. Vrijmarkten en bevrijdingsfestivals werden georganiseerd onder vage motto’s zoals ”Vrijheid is kiezen en delen” en ”Vrijheid delen is de kunst”. Vandaar is het slechts een kleine stap naar een ”dag van de democratie en van de binding”.

Niet mag worden vergeten hoe zeer het fascisme en het nationaal-socialisme een grote aantrekkingskracht hebben uitgeoefend op de Europeanen in de eerste helft van de twintigste eeuw.

Ultieme kwaad
Nederland had vooral te maken met het nationaal-socialistische alternatief en moest de gevolgen daarvan, samen met andere landen, ten volle dragen. De Tweede Wereldoorlog is daardoor geen incident in de geschiedenis geweest waarover na het verdwijnen van de laatste directe getuigen niet meer hoeft te worden nagedacht. De Tweede Wereldoorlog is niets minder dan het sleutelmoment in de geschiedenis van Nederland en Europa waarin Nederlanders en Europeanen aan den lijve hebben ondervonden wat het nationaal-socialistische alternatief voor een liberale en democratische maatschappij betekende.

De Tweede Wereldoorlog bracht ons Auschwitz, Treblinka, Sobibor, Maidanek en Mauthausen en kostte zo’n 55 miljoen mensen het leven. In Nederland kwamen meer dan 200.000 mensen om en werd vrijwel de gehele joodse gemeenschap uitgeroeid. De Tweede Wereldoorlog bracht ons een ontmoeting met het ultieme kwaad.

Het vertellen van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog betekent daarom het bieden van een mogelijkheid na te denken over de consequenties van de extreme vormen van nationalisme en vreemdelingenhaat, van de extreme vormen van een onmenselijke dictatuur. Het biedt tevens de mogelijkheid erover na te denken waarom in de eerste helft van de twintigste eeuw veel weldenkende Europeanen die leefden in een moderne maatschappij die vergelijkbaar is met de onze, meewerkten aan het ontstaan van onmenselijke dictaturen. Dat is ook nu nog relevant in een wereld waar vreemdelingenhaat en intolerantie steeds maar weer de kop op steken.

Moreel ijkpunt
De Tweede Wereldoorlog blijft daarom ook voor ons in het begin van de eenentwintigste eeuw het belangrijkste morele ijkpunt. De Dodenherdenking op 4 mei en Bevrijdingsdag op 5 mei zouden daarom nadrukkelijk met de Tweede Wereldoorlog verbonden moeten blijven. Het geschiedverhaal kan tot nadenken stemmen.

Misschien dat de Nederlandse regering, zestig jaar nadat wij van het kwaad bevrijd zijn, daarbij de stap kan zetten Bevrijdingsdag werkelijk tot een nationale feestdag te maken. Het zou definitief recht doen aan het belang van de jaren van bezetting en onderdrukking. De nabijheid van Koninginnedag hoeft daarbij geen probleem op te leveren: bij de inhuldiging van de nieuwe koning Willem IV kan die dag worden verplaatst naar 31 augustus.

De auteur is hoogleraar algemene geschiedenis aan de Universiteit Leiden. In een iets andere vorm verscheen dit artikel eerder in de Volkskrant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer