„Onterechte zorg over voedsel met bestrijdingsmiddel”
Ruim de helft van de Nederlandse consumenten maakt zich zorgen over resten van bestrijdingsmiddelen op groente en fruit. Maar dat is meestal niet terecht, stelt het Voedingscentrum.
Het centrum heeft onder meer dan 2000 mensen onderzoek laten uitvoeren naar het aankoop- en consumptiegedrag ten aanzien van groenten en fruit. Daaruit blijkt dat er veel misverstanden bestaan over de risico’s van bestrijdingsmiddelen. Bijna de helft van de ondervraagden denkt dat het af en toe eten van fruit met meer resten van bestrijdingsmiddelen dan wettelijk is toegestaan, een direct risico voor de gezondheid oplevert. Maar dat is niet zo.
Een op de drie ondervraagden wast of schilt fruit, omdat er mogelijk resten van bestrijdingsmiddelen op zitten. Maar schillen is niet nodig, aldus het Voedingscentrum. Als de producten in de winkel liggen, zijn de meeste resten al verdwenen. Mochten er nog wel restanten in zitten, dan heeft schillen geen zin, omdat bestrijdingsmiddelen ook verder in het fruit trekken dan de schil. Bovendien is schillen jammer, omdat daardoor waardevolle stoffen verloren gaan die net onder de schil zitten. Wassen is wel nodig om vuil weg te poetsen.
Het centrum wijst erop dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen aan strenge regels is gebonden. Alle toegestane middelen zijn uitgebreid getest op mogelijke giftigheid voor mens en milieu. De maximale hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die op voedsel mag zitten, is zo klein dat iemand die iedere dag kan binnenkrijgen zonder risico voor de gezondheid. Ook het af en toe eten van voedsel met een hogere concentratie levert zelden gevaar op voor de gezondheid.
Overigens pleit het centrum er wel voor alleen bestrijdingsmiddelen te gebruiken wanneer dat strikt noodzakelijk is.